20 mei 2023 rondje langs de fjorden
Na een nacht waarin het niet donker werd stappen we om half negen uit bed. Het is nu droog dus we besluiten een rondje te gaan rijden want voor vanmiddag is er weer veel regen voorspeld. We gaan rijden langs het fjord ten Noorden van Ersfjordbotn, richting Kvaløyvågen . Het is een heerlijk rustige weg met mooie vergezichten. Helaas blijft het zonnetje wel steken achter de wolken maar we zijn al blij dat het niet regent.
Af en toe zien we rendieren maar kunnen niet altijd stoppen langs de weg. Tot we ze langs de waterkant zien lopen en wel een plekje vinden voor de auto. Snel parkeren en de camera pakken. De rendieren komen langzaam dichterbij.
Al turend naar de waterkant zien we met hele goede schutkleuren een klein vogeltje zitten. Het blijkt de Goudplevier te zijn. Een prachtig vogeltje ongeveer net zo groot als onze merel. De vogel is nu in broedkleed, bruin/goudkleurig gespikkeld op de rug en kruin, met een zwarte buik, hals en kop en verder zwart tot aan het oog bij het mannetje. In de winter verdwijnt het zwart en is de buik lichtbruin gestippeld. De Goudplevier valt helemaal weg in zijn omgeving. Maar als hij opvliegt is hij duidelijk te zien door zijn zwart met witte tekening op zijn buik en de onderkant van de vleugels.
Plots zien we een rare vogel vliegen. Zwart met wit en bruin hij landt op een mooi stukje in het mos.
Dus de auto aan de kant en de camera pakken vanaf de achterbank. Dit is even een dingetje want we blijven natuurlijk in de auto om de vogel niet af te schrikken.
Hij blijft rustig zitten dus we besluiten uit te stappen. Het blijkt een Sneeuwhoen te zijn die zijn witte veren aan het verruilen is voor een gedekt bruin verenpak. Het is een prachtige vogel het mannetje heeft heel grote rode wenkbrauwen boven zijn ogen. Even verderop zit een vrouwtje al iets verder in haar kledingwissel naar het zomerpak. Zij heeft iets kleinere wenkbrauwen.
Maar is net zo prachtig. Met van die dikke sokken vlak boven de poten. Het blijkt dat het mannetje pas zijn witte veren verliest na de paring en is nu dus met het wegsmelten van de sneeuw kwetsbaar. Hij is nl. door zijn witte veren heel goed zichtbaar in de groenbruine omgeving.
We denken wel een paar honderd foto's te hebben geschoten. De vogels zitten ook in een prachtige omgeving van mos en lage beplanting. In een kaal struikje zien we nog een mooie Rietgors en even verderop een Keep. Deze zien we thuis ook wel eens maar dan zijn ze meestal gevlogen voordat we de camera kunnen pakken.
Vlakbij het einde van de weg zien we hele grote houten bouwwerken staan in een driehoek vorm. Het blijkt stokvis te zijn. Aan de houten constructie hangen allemaal vissenkoppen aan touwtjes te drogen. Het zijn de koppen van kabeljauw. Dit moeten hele grote vissen zijn geweest want de koppen zijn al zo'n 10 cm in doorsnede. De vis hangt hier te drogen en wordt zo hard als hout, hierdoor is de vis goed te bewaren. Deze traditionele methode voor het drogen van vis is eeuwen geleden door de Noren uitgevonden. Het drogen wordt zelfs gezien als de oudste manier om vis te conserveren.
Stokvis was het eerste exportproduct van Noorwegen en nog steeds exporteert Noorwegen veel stokvis. De kabeljauw (de Skrei) wordt in de winterperiode gevangen omdat deze dan vanuit de Barentszee migreert om hier kuit te schieten tussen januari en april. Doordat deze kabeljauw zo'n eind moet zwemmen wordt ie lekker dik en steviger. De grootste Skrei kan zo'n 1,80 meter lang worden en 55 kilo wegen. Dit verklaart ook direct de grote koppen. Deze vissen waren voor de mensen in het Hoge Noorden een manier om te overleven. De Skrei (Stokvis) was in de tijd van de Vikingen al een belangrijke grondstof om te overleven. In vroegere jaren verzamelden zich duizenden vissers vanuit geheel Noorwegen in het Noorden om te vissen naar de kabeljauw. De havens vanaf de Lofoten tot het gedeelte waar wij nu rondrijden lagen allemaal stampvol met vissersboten. De Noorse populatie Arctische kabeljauw is één van de best beheerde visbestanden ter wereld en hierdoor nog steeds één van de belangrijkste exportproducten van Noorwegen. De geur van stokvis (die we nu gelukkig niet roken omdat de wind goed stond) word dan ook gekscherend de geur van geld genoemd. Het Noorse woord voor stokvis is Torsk wat gedroogde vis betekent. Wij zien hier alleen de koppen die te drogen hangen. Deze worden verkocht aan Afrika, waar ze gebruikt worden als ingrediënt voor het nationale gerecht van het land.
We rijden weer verder en komen vlak langs het water te rijden daar zijn dan altijd weer de watervogels. Nogmaals de Goudplevier in zijn zomerkleed. Deze zijn echt heel mooi. Als hij op de grond in het mos zit, is hij bijna niet te zien. Zo'n goede schutkleur. Als hij recht op staat en jouw kant op kijkt zie je een prachtige zwarte buik met slankmakende witte lijnen van zijn wenkbrauwen naar de achterkant van de vleugels. Het vogeltje pikt wat in het water om snel een paar stapjes te doen om even verderop weer wat lekkers op te pikken.
Onderweg hebben we al vaker houten bakjes op een paal zien staan. Deze zijn speciaal neergezet voor de vogels en met name de meeuwen die daar graag gebruik van maken voor hun nesten. Verderop een Tureluur die met zijn felrode pootjes door het water trippelt op zoek naar kleine slakjes.
Felrood zijn hier ook sommige huizen. Zoals in heel Noorwegen vindt je hier de voornamelijk houten huizen in verschillende kleuren.
In de laatste sneeuwresten op een stukje gras ligt een aantal rendieren te rusten. Het zijn echt de laatste restjes sneeuw die hier nu in rap tempo wegsmelten. De eigenaar van het huisje waar we slapen vertelde dat er vorige week in het hele dorp nog minstens een meter sneeuw lag.
Ondertussen begint het behoorlijk te betrekken en de eerste regen valt al uit de lucht. Dus we rijden terug naar Ersfjordbotn. Onderweg eten we wat warms. Terug in ons hutje even relaxen en het eerste verslag uploaden op de website. Om half vier is het weer droog dus we een lopen een rondje door het dorp. Even verderop is een mooie waterval waar het regen- en smeltwater woest naar beneden dondert. Een prachtgezicht.
We komen ook nog de plaatselijke rendieren tegen. Toch bijzonder zo'n mooi groot beest met een schitterend gewei midden in het dorpje.
Helaas wil het 's avonds niet echt opklaren maar Martin vindt toch dat we er nog maar even op uit moeten gaan. Het blijft immers licht. We rijden een stuk over het schiereiland ten Noorden van Ersfjordbotn. We komen niet veel tegen maar het is hier evengoed prachtig. Zo rijden we langs een groot meer, Storvatnet, wat nog gedeeltelijk bevroren is. Grote ijsschotsen drijven in de hoek waar de wind heen blaast.
We eindigen bij het dorpje Grøtfjord aan het gelijknamige fjord.
Op de terugweg (ook hier moeten we dezelfde weg terugrijden omdat deze niet helemaal rond gaat) komen we een rendier tegen met een jong. Dit is het eerste jong wat we zien. We proberen het op de foto te zetten wat nog niet zo gemakkelijk is omdat de moeder toch wat schichtig is en snel de helling afdaalt en dan niet meer te zien is.