We rijden helemaal naar het Westen van Belize bij de grens met Guatamala. Daar blijven we vier dagen in de jungle in de Black Rock Lodge. Benieuwd wat we daar allemaal voor de lens krijgen.
11 juni 2024 naar San Ignacio
En zo rijden we met een grote Chevrolet over de George Prince Highway naar westen. In Belize zijn vier hoofdwegen The Northern Highway welke we een stuk met chauffeur hebben gevolgd naar Orange Walk (deze weg gaat door tot aan de Mexicaanse grens). Dan heb je de George Prince Highway deze loopt van Oost (Belize City aan de kust) naar West de grens met Guatamala. Dan heb je de Hummingbird Highway welke vanuit het midden van het land (de hoofdstad Belmopan) eindigt bij de kust in Dangriga. En dan de Southern Highway naar het Zuiden (Punta Gorda) deze pakken we over een paar dagen als we naar Placencia gaan. Dit zijn goede asfaltwegen. We waren al gewaarschuwd door de chauffeur zodra je iets van een dorpje in rijdt zijn er gigantische drempels (bumps) in de weg. En rem dan echt maar af en ga er stapvoets overheen anders wordt je gelanceerd. Dit werkt prima. Je wordt ook altijd gewaarschuwd middels borden dus op blijven letten.
We rijden langs palmplantages en akkers. Hoe meer we naar het westen rijden, komen er steeds meer heuvels/bergen in het landschap.
In San Ignacio zien we een bijzonderheid, een stoplicht, het zou het enige zijn welke ze zien deze reis. Voorbij San Ignacio is het linksaf het pad in. Prima te doen, geen asfalt meer maar meer aangestampte grond welke keihard is geworden. Wel soms wat grote keien die je dan moet ontwijken want we willen uiteraard geen lekke band krijgen.
En zo komen we aan bij de Black Rock Lodge. Prachtig gelegen in een kloof aan de Macal River. We worden hartelijk welkom geheten in het restaurant wat uit kijkt op de jungle en de rivier. Een briefing van alles wat er is te doen. Ze ratelen zo snel dat we niet alles kunnen onthouden maar gelukkig hangt er een QR code waarmee je de pdf kunt ophalen waar alles in staat. We zien de eerste vogeltjes al vliegen, leuk. Vooral veel kolibries rond het restaurant, ze hebben hier ook van die feeders hangen met een zoete drank erin. Hier zullen we de komende dagen vast nog wel een paar keer staan met de camera.
We krijgen de sleutel van cabin drie en we lopen erheen. Een cabin met een terras wat uitkijkt op de jungle en twee hangmatten. Als we de deur opendoen, blijkt dat het bed prachtig versierd is met 25 jaar anniversary. Want ja, we zijn al bijna 25 jaar getrouwd dus vonden we dat dit wel een feestreisje mocht zijn.
En dat is het tot nu toe. Het is warm in de cabin. Er hangt een waaier aan het plafond en er is een staande ventilator. Uiteraard staan deze nu niet aan anders waait alle versiering weg die op het bed ligt. Als we het te warm vinden, kunnen we ook een 2e staande ventilator krijgen wat we ook direct vragen. Want ook hier is het behoorlijk heet met een hele hoge luchtvochtigheid.
We pakken wat spullen uit en gaan op ons terras genieten van de vele vogeltjes die hier langs vliegen. Hier gaan we het wel volhouden. We zien de eerste Collared Aracari (een toekan) vlak voor ons terras heen en weer vliegen. Het is een prachtige vogel, zijn rug is zwart met fel rode staart veren, een gele buik met rode en zwarte streep en een gigantische gekleurde snavel. We schieten al veel foto's.
Op een andere tak zit de Gartered Trogon (Goulds Trogon), we hadden al eerder een trogon gezien maar deze is weer iets anders met smalle streepje op de onderkant van zijn staart en vleugels.
Na een verfrissende douche gaan we dineren. We krijgen een overheerlijk vier gangen diner. Hier houden we het wel uit.
12 juni 2024 Black Rock Lodge
We hebben bij de boeking al een Early Morning Bird walk geboekt. En zo gaat de wekker alweer vroeg vandaag want de wandeling begint om 06:30. Eerst een bakje koffie en thee en dan gaan. We lopen over het terrein van de lodge en de gids wijst ons op een aantal vogels.
Zo zien we al snel een paartje Red-Throated Ant-Tanager (Roodkeelmiertangare). Het mannetje is helemaal roestroodbruin van kleur waarbij het vrouwtje helemaal bruin is.
Ze hebben het voorjaar in hun bol.
Ergens achteraan op de lodge weet de gids (uiteraard) het nest van een Northern Emerald Toucanet (Smaragdarassari). En we hebben mazzel we zien hem zitten op een tak met een besje in zijn gigantische snavel.
Deze toekan is voornamelijk groen van kleur met een snavel die van onderen zwart is en bovenop felgeel. Hij blijft maar zitten met zijn besje en gaat niet zijn nest in. Jammer.
We kunnen niet zien of het mannetje of vrouwtje is. Ze zien er nl. allebei hetzelfde uit. Alleen is de man een stukje groter maar dat zie je alleen als je ze naast elkaar ziet.
Even verderop zit een Black-headed Trogon (Zwartkoptrogon) ons nieuwsgierig aan te kijken. Het is een prachtige vogel met een glanzende zwarte rug met een fel gele buik en mooie witte strepen op zijn staartveren.
Als we op het pad lopen zien we plotseling iets wegschieten het gras in. Het blijkt een slang te zijn. De slang is toch wel ruim een meter lang zijn kop (net zoals de achterkant van zijn lijf is bruin gestippeld maar achter zijn kop is hij rood en heeft zwart met gele banden. Thuis even opgezocht (dat is nog niet zo gemakkelijk) maar het lijkt nog het meeste op de Lampropeltis triangulum (Melkslang).
We lopen verder naar beneden waar een aantal keine poeltjes liggen. Nog voordat we bij de poeltjes zijn, zien we een prachtige Bare-throated Tiger-Heron (Mexicaanse Tijgerroerdomp) in een boom zitten.
Aangekomen bij de poeltjes kijken we of daar nog iets speciaals te zien is. Het is erg stil maar er loopt een Russet-naped Wood-Rail (Witbuikbosral) welke steeds dichterbij komt. Hij is familie van Meerkoeten maar deze heeft wel veel meer kleur met zijn felrode poten.
Dan hipt er even heel snel een American Pygmy Kingfisher (Groene Dwergijsvogel) langs. Het is een heel klein ijsvogeltje. Met een groenige rug en een fel oranje buik met een gele streep. Het is een vrouwtje want haar buik is in het midden wit.
Verder is het behoorlijk stil. We lopen nog even langs de rivier waar een prachtige Green Heron zit. Als deze even later naar de waterkant loopt hopen wij natuurlijk dat er een visje voor hem (en ons) langs zwemt want hij zit in de aanvalshouding klaar boven het water. Helaas, de Heron heeft langer geduld dan ons dus wel lopen weer verder.
We brengen de camera's terug naar de cabin en gaan ontbijten. Lekkere yoghurt met vers fruit en pancakes (Sonja) en een omelet voor Martin. Helemaal prima voor elkaar.
Terug naar de hut waar we even een douche nemen want het zweet druipt weer van ons lijf. De kleding spoelen we maar direct uit. We gaan lekker op ons terras zitten en zetten de fan buiten. Zo is het wel uit te houden. Op je stoeltje/hangmat met de verrekijker/camera in de aanslag. Wie doet ons wat.
Ook hebben we de fantastische app 'Merlin' gedownload. Deze app is gratis. Je download de vogels van het gebied waar je zit en kan deze 'off-line' gebruiken. Als je een vogeltje hoort kan je zijn geluid opnemen en dan herkent de app welke vogel je hoort. Aan het plaatje kan je dan controleren of het de juiste vogel is. Als je de vogel (nog) niet ziet, kan je de vogel ook proberen te lokken door een geluidsopname te laten horen. Met een beetje mazzel komt het vogeltje nieuwsgierig kijken welke nieuwe vriend er naar hem zit te fluiten. Dit is helemaal fantastisch.
Naast vogeltjes zitten er ook veel Brown Basilisk 'Jezus Christ Lizards'. Met een grote hanenkam en wijd uitstaande poten waggelen ze over de grond. Helaas zien we de hele vakantie er geen één over het water rennen want dat kunnen ze.
Sonja gaat nog even bij de 'feeders' kijken bij het restaurant en probeert de kolibries die daar rondvliegen vast te leggen. Dit is nog niet zo gemakkelijk want de vogeltjes zijn razendsnel. Er zijn verschillende soorten. Er is een soort die zich vaak laat zien dat is de White-necked Jacobin (Witnekkolibrie). Een fluoriserende blauwe kop en op de rug groen en een witte buik. Verder in de nek ook nog een witte vlek.
Razendsnel vliegt hij naar de feeder.
Zijn rug is fluoriserend groen maar als hij weg vliegt zie je zijn witte staartveren wijd uit gespreid.
Maar ook fluoriserend groen/blauw net hoe het licht op het vogeltje valt. Met hun lange snavel vliegen ze steeds naar het gaatje waar het zoete vocht uit te halen is en dan gaan ze weer een stukje naar achteren en hangen stil in de lucht met een giga snelle vleugelslag.
Zo hangt er ook een geheel bruine kolibrie voor de feeder en deze heeft dan weer een extra lange staart.
Het is de Long-billed Hermit (Westelijke Langstaarttheremietkolibrie).
Dan komt er een hele kleine kolibrie aangevlogen. Het is de Canivet's Emerald (Vorkstaartsmaragdkolibri). Zijn prachtige groene verenkleed flikkert in het licht.
Het is soms lastig om de vogeltjes uit elkaar te halen want dan vliegt er plotseling een Rufous-tailed Hummingbird (Roodstaartamazilia) langs. Ook weer met een mooie schitterend groen verenkleed maar dan met rode staart veren.
Ook dit vogeltje is razendsnel.
Martin is ondertussen nog even gaan kijken bij de Toucanettes en deze blijken er nu allebei te zijn en ze vliegen ook het nest in.
Er staat nl. een dode kale boom met een aantal gaten en in het onderste gat blijkt dus het nest te zitten. Ze vliegen erin en dan ook weer eruit om op zoek te gaan naar besjes voor de kleintjes.
Het zijn voornamelijk vogels die we hier zien maar af toe komt er ook een mooie vlinder langs.
Door de takken vliegt een Masked Tityra (Maskertityra) als je het vogeltje beter bekijkt snap je ook waar zijn naam vandaan komt. Hij is eigenlijk helemaal wit maar heeft een rood Zorro masker rond zijn zwart omrande ogen.
Dan plots een wat grotere vogel (formaat merel). De Yellow-winged Tanager (Geelvleugeltangare) met een prachtige blauwe kop en een heel klein geel vlekje op zijn vleugel.
De Social Flycatcher (Roodkruintiran) is een vogel die je bijna overal ziet hier.
Bij de hut eten we de laatste krentenbollen vanuit NL op en gaan dan nog even samen kijken bij de toecanettes welke er ook nu samen zitten.
Ze geven de gevonden voedsel over aan elkaar en dan vliegt er weer één het nest in.
Ook zitten er nog meer vogeltjes. We zien een Red Capped Manakin (Geelbroekmanakin) een prachtig klein zwart vogeltje met een vuurrode kop. Jammer dat deze alleen is want als ze samen zijn. Doen ze de Michael Jackson move, schuifelend op een tak van links naar rechts. Maar toch weer gezien.
Ook zit er een prachtige Slaty-tailed Trogon (Trogon Massena). Een felgroene kop, rode buik, zwarte staart en een fel oranje snavel. Hij staat er weer schitterend op.
Een specht die van de vruchten hangt te eten. Het is hier één vogelparadijs.
Om af te koelen gaan we even zwemmen in de Makal river. Er hangt een slinger aan de boom en als tarzan vliegen we te water. Als je aan de waterkant stil staat komen de kleine (4 cm) visjes naar je benen gezwommen en knabbelen aan je huid. Een free-pedicure zeg maar.
Bij ons hutje zien we de bekende toekans Collared Aracari (Halsbandarassari) weer zitten.
Op tijd dineren want om half acht gaan we mee met de Night Walk.
De gids is niet erg spraakzaam en loopt zijn vaste rondje waarvan hij ongeveer zeker weet dat hij wat tegenkomt. Zo zien we padden die bij een lantaarn in de buurt zitten om de muggen weg te pikken.
Een tweetal kleine kikkertjes bij een waterpoel en een aantal gigantische spinnen Tarantulas.
Ze zitten in een gat waarbij de gids met een dun twijgje de Tarantula een beetje pest en dan komt ie naar buiten gekropen. Een giga beest met een groot dik rond lijf en lange poten. Wel zo groot als een volwassen hand.
Het is maar goed dat ze zich overdag verschuilen in hun hol en je ze niet per ongeluk tegenkomt want ze zijn echt gigantisch.
Ook zien we nog een aantal Schorpioenen welke oplichten als je er met een UV lamp op schijnt. Als we vragen wie nu het giftigst is en wie wie op eet blijkt dat de Schorpioenen het winnen.
Drijfnat bezweet komen we weer bij onze cabin dus voor de verandering maar weer even douchen.
13 juni 2024 klim naar de Summit (top)
Na het ontbijt besluiten we een wandeling te maken naar de top van de berg. Het is vandaag iets bewolkt dus dat scheelt toch weer een paar graden. Camera's mee, overbodige spullen uit de cameratas en in de kluis. Genoeg water daarvoor in de plaats en gaan.
Het is in het begin een redelijk vlak pad maar loopt wel direct steil omhoog. Soms stijg je wel 5 meter in 15 passen. Er was ons verteld dat we onderweg vijf groene banken tegen zouden komen en bij bankje nummer drie nemen we even een kwartiertje om op adem te komen en te genieten van de omgeving/uitzicht. We zien nu ook echt goed hoeveel we al gestegen zijn.
Het is maar goed ook dat we even de tijd hebben genomen want het pad blijft net zo steil alleen nu met veel grote stappen middels keien en boomwortels. Dit is niet altijd gemakkelijk en vooral Sonja doet het rustig/voorzichtig met het oog op haar knieën. We zijn allang al blij dat we weer zo'n klim kunnen maken.
Na een klein uurtje (55 minuten) staan we aan de top (370 meter hoger). Dat is dan toch snel gegaan. Volgens de gids zou het vijf kwartier duren. Nou dan is er niets mis met onze conditie.
We hebben een mooi uitzicht over het dal en kunnen best ver kijken. Helaas is het nog steeds bewolkt en is er dus ook weinig thermiek. We gingen hier ook heen omdat je hier de roofvogels op ooghoogte zou kunnen zien rondzweven. Helaas die zijn er niet.
We willen net weer weg gaan als er toch een paar gieren langs komen zweven. Niet echt dichtbij, jammer.
Bergafwaarts gaat een stuk makkelijker. Alleen bij de keien en boomwortels is het even goed opletten dat je je voeten goed neerzet.
Omdat we nu wat relaxter kunnen lopen geven we onze oren en ogen ook wat meer ruimte om te kijken of er nog een mooie vogel te zien is onderweg.
En ja hoor, Martin spot een White Hawk (Witte havik). Met zijn zwart omrande ogen zit hij ons aan te kijken.
De vogelapp meldt ons dat er een Slaty-tailed Trogon (Massena's trogon) in de buurt moet zitten. We laten het geluid horen wat de vogel maakt om hem te lokken. En laat dat nou nog lukken ook.
Over het pad loopt een colonne Leafcutter Ants (Badsnijdersmieren). Ze lopen met zovelen dat er helemaal een pad is ontstaan. Over de bosgrond waar overal gevallen dorre bladeren liggen is een pad (bladeren weg) van wel 10 cm breed ontstaan. De mieren lopen hierover met allemaal een blaadje op hun schouders. Deze stukjes blad worden hoog uit een boom gehaald. Ze klimmen naar boven in de boom naar de verse blaadjes. Snijden daar met hun kaken een stukje van een centimeter doorsnede uit het blad en marcheren dan weer de boom uit terug naar het nest. We hebben verschillende van deze colonnes gezien maar nergens een begin (ja dat zou de boom kunnen zijn) en einde gezien. Wel dat zo'n pad wel 30 meter lang kan zijn. Sommige mieren dragen een blaadje en dan zit er soms zelfs een andere mier (die meelift en dus vals speelt) op het blaadje. Moet je nagaan hoe sterk die beestjes zijn.
En zo komen we weer terug bij de lodge waar we onder de douche duiken en de kleren uitspoelen. Zo laat die burger met zoute frites maar doorkomen voor de lunch. Die hebben we wel verdiend.
's Middags lopen we nog even naar het paadje waar we gisteren veel vogeltjes zagen, maar het is erg rustig vandaag. We zien een nest van een soort spreeuwen in een hol boomgat en lopen nog even naar de poeltjes waar gisteren nog een ijsvogel zat maar helaas. Vanmiddag is het stil, heel stil. Ja twee maffe Hollanders die bezweet geen siësta houden op het heetst van de dag.
We lopen terug naar de hut langs de rivier of langs een soort van grasland waar allemaal rietsprieten staan. En ook wat struiken met grote roze bloemen. Maar één van die roze bloemen heeft bovenop wel hele frisse felgroene blaadjes. Dat is raar. Daar valt Sonja's oog direct op. Even kijken met de telelens, nou ja er zit gewoon een Groene Leguaan op die roze bloem.
Nou daar gaan we wel even kijken, langzaam lopen we steeds dichterbij. Je moet zo'n beestje natuurlijk niet afschrikken. Het is een prachtig jong beestje. Zijn lijfje zal niet langer zijn dan zes centimeter. Met zijn kleine koppie kijkt hij nieuwsgierig in het rond en blijft gelukkig voor ons stil zitten.
We kunnen best dichtbij komen en met 400/600 mm telelens kunnen we hem van alle kanten fotograferen.
Het lijkt wel de Minister president voor zijn spreekgestoelte. Of de Koning die de troonrede uitspreekt: "Leden van de Staten-Generaal". Bovenaan de roze bloem zit nl. een lange groene spriet.
In de hut voor de verandering maar weer even gedoucht en op het terras in de schaduw voor de ventilator nog even zitten genieten van de Collared Aracari (Halsbandarassari). Langs een boom vlak voor ons terras groeit een liaan omhoog waarin mooie bloemen zitten. Deze blijken ook lekker te zijn voor Aracari. Hij zit ervan te snoepen en even later zien we dat hij een jong zit te voeren.
14 juni 2024 Xunantunich (Maya tempel)
Vannacht waren er flinke onweersbuien met een hoop gedonder die flink klonk in het rivierdal waar de lodge ligt. Evengoed hoorde je de brulapen zo nu en dan toch goed.
Sonja was al vroeg wakker en kon niet blijven liggen dus die ging eruit met de camera op zoek naar vogeltjes. We waren al eerder op zoek geweest maar nu vond ze hem ook nog. De Kill Bill Toucan (Zwavelborsttoekan). Het is de nationale vogel van Belize. Dit is de derde toekansoort die hier in de buurt van de lodge huist. Het is een prachtige vogel een zwart verenkleed met een gele hals en een enorme gekleurde snavel. Ze noemen hem ook wel de Rainbow-billed Toucan. Niet zo raar want in zijn snavel zitten alle kleuren geel/groen/oranje/paars/blauw/roze. Helaas is hij gevlogen als Martin komt.
Vandaag gaan we naar een Maya tempelcomplex in de buurt. Het complex heeft een niet uitspreekbare naam 'Xunantunich' maar ligt op een 45 minuten rijden dus prima te doen met de auto. We rijden het pad af en slaan op de highway linksaf dan is het nog maar 5 kilometer en dan zijn we al in de plaats San Jose Succotz. We zitten nu echt tegen de grens met Guatamala aan. Aan het begin van het dorp moeten we de rivier over. We hadden er al over gelezen dus we wisten dat de vraag kwam. Hier staan mensen die gids voor je kunnen zijn over het Maya complex. En ook wij worden aangesproken. Hij noemt een prijs maar dat vinden we wel wat veel als we zeggen de helft is dat volgens hem te weinig. Nou ja dan nog een keer splitten. Zonder gids met verhaal blijven ook die Maya complexen maar een hoop oude stenen. En zo komt Janine bij ons in de auto. Janine woont in het dorp hier en is al vijf jaar gids in Xunantunich. Hier nemen we de veerpont over de Mopan River. Ik zeg wel veerpont en dat klinkt heel wat maar het is een platbodem waar 4 auto's op kunnen. Vervolgens wordt deze op handkracht met een lier naar de overkant getrokken. Daar kan Martin er weer afrijden want alleen de chauffeur mag in de auto blijven zitten en de overige passagiers moeten lopend over.
Aan de overkant stappen we weer in de auto en rijden de laatste drie kilometer naar het Maya complex. Een mooi parkeerterrein voor het bezoekerscentrum waar we een kaartje kopen. Al snel staan we tussen de grote ruïnes van deze eeuwenoude stad. Rond 1000 jaar voor Christus was Xunantunich nog maar een dorp, maar in de 7de en 8e eeuw werden de nu zichtbare grote complexen gebouwd. Het vermoeden is dat Xunantunich in die tijd een regionale hoofdstad was.
Xunantunich betekent 'Stone Lady'. Volgens een legende was er rond de 19de eeuw een man aan het jagen en heeft toen een verschijning gezien van een mooi Maya meisje. Ze stond doodstil voor een grot. Hij schrok zo dat hij terug rende naar zijn huis om samen met andere mensen en de plaatselijke priester te kijken. Ze vonden de grot maar het meisje was verdwenen. Sommige locals beweren dat ze het meisje nog vaker hebben gezien maar nooit gevonden.
Al snel staan we op het eerste plein (zo werd dat genoemd) het is omringd door grote tempels. Rechts staat een grote tempel wat het voormalig verblijf was van de koning. Deze tempel heet Plaza A-3. Echter na verloop van tijd vond hij het gebouw te klein en wilde een groter gebouw. Dit werd El Castillo wat aan de andere kant ligt. Helaas heeft hij er zelf nooit kunnen wonen want de bouw duurde iets langer dan een mensenleven.
Toen El Castillo klaar was, werd dit eerste plein voor de 'gewone' mensen. De upper-class/elite verhuisde naar het plein voor El Castillo. El Castillo is met zijn 40 meter het een na hoogste bouwwerk in Belize. Toch bijzonder als je je realiseert dat het al 12 eeuwen bestaat.
El Castillo heeft aan de zijkant prachtige gedetailleerde, uit steen gehakte afbeeldingen die een aantal Maya-goden voorstellen. Aan de westkant is niet alles meer aanwezig. Dit is nl. door explosieven opgeblazen toen er iemand bezig was die vermoedde hier schatten te vinden. Gelukkig is de rest van de tempel wel in goede staat.
Aan de oostkant van El Castillo zijn er meer beeltenissen te zien. In het midden het centrale masker wat Chac voorstelt een belangrijke god in de Maya schepping. Daarnaast twee u-vormen die de maan voorstellen.
Via grote treden klimmen we naar boven. De treden zijn soms wel 70 centimeter hoog. De vraag is natuurlijk waarom zijn deze zo hoog. Doordat ze zo hoog zijn maak je bij het beklimmen steeds een soort van buiging. En ja, dan buig je voor de koning die hoog op de tempel staat.
De gebouwen/tempels hebben allemaal een verschillende hoogte. Dit was belangrijk voor de Maya's zij gaven een hiërarchisch gevoel van belangrijkheid. Bovenop El Castillo hebben we een prachtig uitzicht over de omgeving.
We kijken zo naar Guatamala en een eind Belize in. De grenzen kan je niet echt zien want het bestaat voornamelijk uit groene bomen/jungle.
In de tijd van de Maya's was er ook een bijzonder balspel met wel een heel bijzondere prijs voor de winnaar. Het spel heet Pok-a-Pok. Dit was een belangrijk onderdeel van het rituele, sociale en politieke leven van de Maya's. Het spel was eigenlijk een heropvoering van een spel tussen kwade goden uit de onderwereld en mythische heldentweeling die de goden van de dood versloeg in hun zoektocht om hun vader, de maïsgod, weer tot leven te wekken.
Het spel ging als volgt. Je hebt een spelveld met aan beide kanten een ring/hoepel welke zo'n 6 meter hoog kan hangen. Het gat in de ring was maar iets groter dan de rubberen bal. Hier moet je een bal doorheen zien te krijgen. De bal mag alleen gespeeld worden met de dijen en heupen. Je hebt twee teams. Het spel kon uren duren en was pas klaar als de bal door een ring ging.
En nu komt het bizarre de leider van de winnende partij werd geofferd aan de goden. Opofferen betekent immers 'heilig maken' en het was een eer om opgeofferd te worden in de oude Maya-cultuur. Het zou dus alleen maar passend zijn als de beste speler zou worden geofferd.
We lopen terug naar het andere eind van het park waar we nog de eerste grote tempel beklimmen.
Dan gaan we weer terug naar de auto en rijden weer terug. Met hetzelfde pontje steken we de rivier weer over, zetten Janine af, en rijden het dorpje in. Het is bijna lunchtijd. Janine had aangegeven dat we bij Benny's Kitchen goed kunnen eten. Dus even opgezocht op google maps en gaan. We zijn vroeg voor lunch dus het is nog rustig er zit alleen een groep scholieren met hun leraren. Martin besteld een kip-uiensoep die lekker pittig is en Sonja houdt het op een tosti. Gelukkig waren we op tijd want nog geen half uur later zit het echt afgeladen vol en de dames die hier in de bediening rondlopen kunnen het niet meer aan. Ons 2e drankje laten we dan ook maar want dat is ergens zoek geraakt. Naast het restaurant zit een bakker dus Sonja haalt nog wat lekkers voor vanmiddag. Via de supermarkt waar we wat te drinken en een ijsje halen rijden we terug naar de lodge.
We gaan lekker zitten op ons terras met de fan vlak naast ons. Zo even bijkomen van de warmte. We gaan nog een rondje over de lodge (we zijn nu toch nog bezweet) op zoek naar mooie vogeltjes.
Al snel spotten we de nationale vogel van Belize. De Keel-Billed Toucan (Zwavelborsttoekan), deze is een stuk groter dan de andere twee toekans die we hier op de lodge al eerder gezien hebben. Hij heeft echt een enorme snavel. Deze kan wel 15 centimeter lang worden en heeft verschillende kleuren, bovenop voornamelijk groen met aan de zijkant oranje en de onderkant is geel en lichtblauw, het puntje is dan weer paars. Echt heel bijzonder.
Zijn verenkleed is voornamelijk zwart met een fel gele borst en onder zijn staart zitten een aantal rode veren. Zijn poten zijn dan weer donker blauw. Echt heel kleurrijk.
Het belangrijkste voedsel wat ze eten is fruit maar ook wel insecten, eieren en hagedissen. Met hun grote snavel pikken ze die uit de bomen.
Maar ook rupsen behoren tot hun voedsel.
We volgen hem de hele tijd en dan zien we er plots een tweede Keel-Billed Toucan. Het is een stelletje, ze moeten vlakbij een nest hebben maar helaas hebben we dat niet kunnen ontdekken. Het nadeel is dat ze steeds heel hoog in een boom gaan zitten dus om een foto te maken moet je net een open stukje tussen de bladeren zoeken zodat je ze ook nog een beetje knap op de foto krijgt. En dan met de zware lens flink omhoog richten uit de hand. Het zweet guts weer over onze rug. Niet erg dat hoort erbij als je wat wilt zien.
Dan verdwijnen ze uit het zicht en vliegen ze beiden weg naar de overkant van de rivier. Voor ons het teken om terug te gaan naar ons hutje. Even lekker te douchen en ons klaar te maken voor het diner. Vandaag de laatste nacht hier. Morgen vertrekken we.
's Avonds begint het te hozen. Wat een regen. Het is een enorme herrie op het dak, gelukkig zijn we al terug in ons hutje. Martin heeft nog even zijn decibel meter aangezet, deze geeft 80 db aan. Dat is echt hard.
15 juni 2024 naar Placencia
De hoosbui van vannacht heeft er helaas niet voor gezorgd dat het afgekoeld is. Wel is het nog bewolkt en de wolken/mist hangen zelfs in het dal boven de rivier. De afstanden in Belize zijn niet zo groot dus we staan rustig op. Pakken alvast een gedeelte in en gaan dan lekker ontbijten.
Dan alle spullen terug in de auto. Waarbij Martin nog bovenop een mierenhoop gaat staan. Niet zo'n goed idee want die mieren bijten direct in zijn enkels. Dus dat is even flink stampen en al die kleine kruipbeestjes eerst van zijn schoen en sok afhalen. Grr, niet fijn. We checken uit en vertrekken richting de kust.