Huwelijksreis Java - Bali - Lombok
- Details
Op 9-9-99 zijn we getrouwd en op 11 september 1999 vertrokken we naar Jakarta op huwelijksreis, een rondreis over Java, Bali met een relaxte verlenging op Lombok.
12 september 1999
Na een voorspoedige vlucht komen we aan op Jakarta, Java. Er staat al een bus voor ons klaar en als alle spullen zijn verzameld stappen we in. We rijden rechtstreeks naar het hotel Omni Batavia in een buitenwijk van Jakarta. Jeetje dit is wel even een omschakeling wat een armoede. Op elke kruising liggen bij de stoplichten bedelaars en lopen mensen spulletjes te verkopen bij de raampjes van de auto's en bus. Dit weet je natuurlijk wel maar als je het dan zit schrik je toch weer.
Na de lunch die echt overheerlijk is, vertrekken we naar het historische centrum van Jakarta en het Nationale museum.
13 september 1999
Vandaag rijden we door Jakarta waar we o.a. een bezoek brengen aan het presidentieel paleis, later in de reis komen we nog een aantal presidentiele paleizen tegen dus waar de president toch echt woont, geen idee.
Ook brengen we een bezoek aan de oude haven, Sunda Kelapa. In de haven liggen veel oude schoeners. Via een lange smalle loopplank dragen de arbeiders voornamelijk tropisch hardhout vanuit Sumatra aan land. In de haven staat er ook nog een pakhuis uit de Verenigde Oostindische Compagnie.
14 september 1999
Vandaag vertrekken we uit de hoofdstad en de reis gaat de bergen in. Zo komen we in Bogor. Deze plaats is ontstaan omdat in de 18de eeuw de Hollanders op zoek gingen naar een plek om even uit de grote, drukke stad weg te kunnen. Ze kwamen terrecht in deze streek omdat het hier een stuk hoger ligt en daardoor vochtiger en koeler is. De toenmalige gouverneur liet er het buitenverblijf 'Buitenzorg' in Bogor bouwen.
Kebon Raya Bogor is de botanische tuin die vanaf 1817 is aangelegd, met de bedoeling dat hier alle planten van heel Indonesië zouden groeien.
We zien hier veel mooie planten en ook wel planten die we van thuis herkennen zoals de Oost-Indische kers en de kerstster maar dan ongeveer anderhalve meter hoog. In het water liggen prachtige waterlelies tussen ronde bladeren van wel een meter doorsnede.
Dan worden we opgeschrikt door een hoop gevladder. Er vliegt een zwerm vliegende honden, deze vliegen overdag omdat dan de boomslangen en eekhoorntjes naar boven klimmen in de bomen.
's Middags rijden we via de Puncak Pas langs uitgestrekte theeplantages naar Lembang op de hellingen van de Tangkuban Prahu. Op de theeplantages wordt het meeste werk verzet door vrouwen. Ze plukken de bovenste vijf blaadjes van de theestruiken. Ze dragen fel gekleurde kleding omdat ze anders blind worden van het vele groen van de theestruiken.
Nadat we zijn aangekomen in het hotel in Lembang lopen we een rondje door het dorpje. Wat zijn we een bezienswaardigheid met onze blonde haren en blote blanke benen.
15 september 1999
Vandaag brengen we een bezoek aan de Tangkuban Prahu vulkaan. Deze 2.076 meter hoge vulkaan is nog steeds actief. Wat je ook heel duidelijk kan ruiken, wat een stank. Het is een behoorlijke klimpartij maar uiteindelijk kwamen we bij het geothermisch gebied Kawah Domas.
Hier loop je echt in de krater tussen het sissende stoom en grote blokken lavasteen. Ook is er een wat groter poeltje dat lijkt op een bubbelbad. Het water spoot wel een halve meter omhoog. Maar niet ingestapt want waarschijnlijk waren we levend gekookt.
Later hebben we ons nog wel even te weken gezet in de warmwaterbronnen van Ciater. Hier was het water een zeer aangename temperatuur dus prima uit te houden. Helaas konden ze de stank niet wegnemen.
's Avonds in het hotel hadden we een Indonesische massage besteld. Sonja mocht eerst. De masseur was een vrouwtje klein van stuk wel geteld 120 cm lang maar met de kracht van een sterke kerel en dat heeft Sonja geweten. Martin zou ook nog maar die hoefde al niet meer.
16 september 1999
's Ochtends hebben we een rondrit door Bandung waar we een bezoek brengen aan een wajangpoppen makerij. Erg grappig hoe alle poppen hun eigen specifieke gezichtsuitdrukking hebben.
Na de lunch gaan we naar de Angklungschool van Pa Udjo. Zo'n zestig kinderen krijgen hier elke middag muziekles op de angklung. De angklung is een bamboe schudinstrument. Elk instrument dat de kinderen in hun hand hebben heeft een eigen toon. Je hebt dus bv. de G dus elke keer als die noot aan de beurt is schud je met het instrument.
De kinderen geven een voorstelling, er wordt veel gezongen en gedanst en vooral muziek gemaakt. Bijzonder is het optreden van de al wat oudere kinderen. Zij beschikken over een standaard met daarop een gehele toonladder. Met z'n tienen brengen ze een tweetal klassieke werken van Europese componisten ten gehore. En we kunnen zeggen niet onverdienstelijk.
Dan mag het publiek het zelf ook proberen. We krijgen allemaal een noot en dan komt de muziek te voorschijn op een groot laken. Er staan allemaal cijfers op en nu staat elk cijfer voor een getal. Zo staat de 4 voor de F en de 5 voor de G. Degene met een beetje muzikale kennis weten dat dit de kwart en kwint zijn van de grote toonladder van C. Je speelde (schudde) dus als jouw nummer werd aangewezen. En zo konden we al snel met het hele publiek het bekende 'la sjum la sjum la sjum lalala' spelen. Hilarisch.
's Avonds in het hotel staat er een heuze Javaanse rijsttafel (de Salamat) voor ons klaar. Geheel volgens traditioneel gebruik. Dit wordt gevierd om verschillende redenen, als er bv. een huis wordt gebouwd of bij overlijden op de 7e, 100e en 1000e dag. Laat het nu zijn dat we een week getrouwd zijn. Dus wij waren de feestvarkens. De schaal met gele rijst in de vorm van een punt staat symbool voor de Salamat. De vrouw geeft de man het bovenste stuk van de rijst en van alle vleessoorten een op zijn bord. De man geeft vervolgens eten aan zijn vrouw. Het smaakte voortreffelijk.
17 september 1999
Vandaag een mooie tocht naar Wonosobo plaatsje aan de voet van het Diëng-plateau. Onderweg bezoeken we een Sundanese kampong. In dit dorp leven de mensen nog zonder electriciteit. Er staan 110 hutjes en er kunnen er niet meer bijgebouwd worden. De kinderen gaan dan ook weg uit het dorp als ze gaan trouwen, maar komen vaak terug als de beide ouders zijn overleden. Wat opviel was dat het er ontzettend schoon uitzag. De mensen voorzien in hun eigen rijst en vis. Langs het dorp zien we dan ook de eerste sawahs (rijstvelden).
In een ander dorpje stoppen we even bij een mannetje die Kulat Java aan het maken is. Deze zoete lekkernij wordt gemaakt van het sap van de bloemen uit de klapperboom. Tijdens de bloei wordt er een klein stukje van de bloem afgesneden. Om het sap op te vangen hangt men er een bamboekoker onder. Deze moet elke dag vervangen worden. Hiervoor wordt de boom ingeklommen die wel tien meter hoog is, zonder veiligheidkabels niet te geloven zo lenig en sterk als die mensen zijn. Het sap wordt later ingekookt en dan ontstaat er harde massa die stolt. Het lijkt erg op borstplaat.
Bij aankomst in het Kresna hotel in Wonosobo staat er weer een prachtig honeymoongeschenk voor ons op de kamer. Dit keer een prachtige fruitmand met lekkere verse banaantjes en appels en ook nog een pudding erbij. In een eerder hotel kregen we al eens een klein taartje. Toch wel mooi zo'n honeymoon langs verschillende vijf sterren hotels.
18 september 1999
Vandaag om half vier opgestaan voor de zonsopgang op het Diëng Plateau. Dit plateau dat 'de plaats der goden' betekent, ligt op 2.000 meter hoogte en is eigenlijk een krater van een vulkaan. In de 7e en 8e eeuw bouwde men hier een tempelcomplex bestaande uit zo'n 200 tempels gewijd aan de hindoegoden. De tempels lagen verspreid in het berglandschap. Een compleet afwateringssysteem zorgde ervoordat het plateau niet onder waterl iep. Nadat de tempels werden verlaten slibde het afvoerkanaal dicht en werd de vlakte een groot moeras.
In de 19e eeuw werden de tempels herondekt onder een dichte begoeiing. Er staan nu nog vijf tempels. In deze prachtige omgeving krijgen we ook ons meegebracht ontbijt. Allemaal prima geregeld.
Dan rijden we weer verder en komen we door een schitterend landschap met pruttelende zwavelbronnen en verstilde meertjes. Ook rijden we langs het vijfkleuren meer Telaga Warna. De vijf kleuren ontstaan door de verschillende mineralen; ijzer (bruin), zwavel (geel), krijt (wit), magnesium (grijs) en lava (zwart).
Later rijden we langs een rijstplantage. Ook hier zijn het voornamelijk de vrouwen die zich met de gewassen bezig houden. De leeftijd van de oudste vrouw was 82 jaar. Toch wel gezond de hele dag gebukt in de hitte staan te werken. Rijst wordt trouwens het hele jaar door verbouwd. De totale cyclus duurt 100 dagen en als het goed is kan er dus drie keer per jaar geoogst worden. De rijstplanten worden, als ze rijp zijn, uit de grond getrokken. De halmen worden uitgeslagen op stenen, waardoor de rijstkorrels uit de halmen vallen, deze worden dan weer gedroogd. Ook komen we langs een tabaksplantage. Nadat de tabaksblaadjes geplukt zijn, liggen ze op matten te drogen. Dit doen ze op matten omdat ze dan gemakkelijk kunnen worden omgedraaid.
Aan het eind van de middag wordt het een stuk toeristischer onderweg. We komen nl. in de buurt van de Borobodur. Maar we gaan eerst nog langs een tempel de Candi Mendut. Bij deze tempel begint de pelgrimage naar de Borobodur. Binnenin de tempel zit een boehda beeld in de eerste prediking houding. Ook zien we de tweede tempel onderweg tijdens de pelgrimagetocht, de Candi Pawon. Dan zijn we in het hotel Manohara aan de voet van de Borobudur. Echt prachtig met een hele grote overdekte hal maar wel open. We kijken zo langs de palmbomen naar de hoogste top van de Borobodur. Maar die staat voor morgen op het programma. Tijdens het diner is er een optredens van twee Javaanse meisjes die dansen op de klanken van een 'gammel' gamalanorkest.
19 september 1999
Vanochtend ging de wekker weer vroeg zodat we de Borobudur konden bezichtigen voordat de hordes toeristen binnenstromen. Je zit niet voor niets in een hotel aan de rand van het terrein rond de Borobodur.
De Borobodur is gebouwd in de 8e eeuw, het is een boehdistisch bouwwerk. Bestaande uit 55.000 kubike meter grijze andesietblokken, een soort vulkanisch gesteente. Het monument is 42 meter hoog en 123 meter in het vierkant.
De vierkante basis is bedekt met reliëfs, een soort stripverhaal over het leven boehda. Door het volgen van het pad over de tien terrassen komt de pelgrim in de spirituele verlichting, het nirvana. Op de bovenste drie terrassen bevinden zich de stupa's met in elke een zittende boehda. De lage stupa hebben ruitvormige openingen dat staat voor instabiliteit en een nivo hoger zijn het vierkante openingen, stabiliteit. Als je boehda aan kan raken (mannen de rechterhand, vrouwen de rechtervoet) mag je een wens doen.
's Middags rijden we verder naar Yogyakarta. Bij aankomst in het Radisson hotel stond er weer een mooi honeymoon geschenk op ons te wachten. Een vaas met hele mooi orchideën jammer genoeg kunnen we er maar twee nachten van genieten want meenemen in de bus lukt niet echt.
20 september 1999
Vandaag hebben we een stadsrondrit door Yogyakarta. We gaan op bezoek bij een zilversmederij, Tom's Silver. Hier maken ze van 92,5% puur zilver de mooiste sieraden. Alles met de hand. We heben twee mooie broches gekocht voor de moeders. Ook gaan we langs bij een bedrijfje waar ze Wajang Kulit poppen maken. Uit een stuk leer snijden ze met mesjes een poppenvorm en dan worden er met allerlei kleine gutsjes gaatjes ingemaakt. Hiermee wordt het schimmenspel opgevoerd. Een totale voorstelling duurt een hele nacht, van zonsondergang tot zonsopkomst.
Ook bezoeken we een batikfabriek, hier maken ze nog de echte batik. Met de hand wordt de lap beschlderd met was, waarna de lapin een verfbad gaat. Dit proces wordt een aantal keer herhaald met andere figuren en andere kleuren. Ook batikken ze hier met koperen stempels, die er in allerlei motieven zijn.
's Middags brengen we een bezoek aan het Kraton Ngayogyakarta Hadiningrat. Dit ligt in het hart van de stad Yogyakarta en is ommuurt en heeft een oppervlakte van een vierkante kilometer. De bouw van het paleis is in 1925 voltooid. De gebouwen zijn groen en geel geschilderd, kleuren die staan voor rust en harmonie. Het zand wat overal om de gebouwen heen ligt is donker en komt dan ook speciaal van het strand langs de Zuidzee. Het is ook grof zodat indringers altijd gehoord worden. Het gamalanorkest repeteerd hier twee keer in de week en ook dat konden we nog net meemaken. In het kraton werden we rondgeleidt door een wat ouder mannetje. Hij sprak heel goed Nederlands en wist zelfs de laatste voetbaluitslagen uit de Nederlandse eredivisie en vertelde zijn verhaal doorspekt met Nederlandse spreekwoorden en gezegden. In dit sultanspaleis hebben we ook gegeten.
21 september 1999
Vandaag gaan we naar een ander hoogtepunt op Java, het Prambanan tempelcomplex. Hier staan nog heel veel hindoetempels, waarvan de meeste zijn gebouwd tussen de 8e en 13e eeuw. Deze tempels zijn gebouwd van steen van vulkanische oorsprong. De stenen werden trapsgewijs op elkaar gestapeld met verschillende verbindingen dit om het toch stevig te maken.
Door aardschokken en vulkaanuitbarstingen zijn alle tempels in de loop van de tijd ingestort. Sinds 1930 is men bezig met de restauratie van alle tempels. Nu wordt daar nog steeds hard aan gewerkt. De hoofdtempel, 50 meter hoog, is gewijd aan Shiva. Er hebben hier in totaal een paar honderd tempels gestaan.
We overnachten in het Sahid Raya hotel in Solo. Daar aangekomen vinden we op de kamer twee overheerlijke taartjes in de vorm van een hart. Na een verkwikkende douche worden we opgehaald door een paardenkoets voor een stadsrondrit door de stad Solo, ook wel Surakarta genoemd. 's Avonds aten we in het paleis van de sultan, Pura Mangkunegaran. We kregen daar ook een dansvoorstelling te zien.
22 september 1999
Vandaag is het een rijdag helemaal naar Oost-Java. We checken in in hotel Raya Bromo want morgenochtend is het weer vroeg dag.
23 september 1999
Vandaag heel vroeg opgestaan (3 uur) voor een bezoek aan de Bromo vulkaan. Met de bus rijden we naar de rand van de krater. Eigenlijk is het een megagrote krater met een doorsnede van 15 kilometer. Hierin zijn weer verschillende vulkanen ontstaan zoals de Mt. Bromo en de Mt. Batok. We stappen over in jeeps en scheuren over een zandvlakte naar de voet van de Bromo. We zien helemaal niets want het is nog steeds donker.
Daar stappen we uit en te voet beklimmen we de vulkaan. Voorop loopt er iemand met een klein zaklampje en verder volg je de voeten van je voorganger. We staan op tijd aan de rand maar helaas we zien helemaal niets. Het zou hier prachtig moeten zijn met de zonsopkomst maar er hangt een dikke mist met troep die uit de vulkaan omhoog dwarrelt. Dus we staan in een dikke zwaveldamp, je stikte zowat. Ongelooflijk wat stinkt dat en mede door de ijle lucht slaat dat vreselijk op je longen.
De weg naar beneden was wel heel mooi, omdat de zon nu door de mist schijnt zie je waar je een paar uur geleden in het donker nog liep. Maar goed dat we dat niet wisten toen we daar in het donker liepen. Het waren namelijk hele smalle paadjes langs diepe afgronden. Het was ook nog steeds heel koud, maar drie graden. Aan de voet van de Bromo staat een hindoeïstisch tempelcomplex.
Met de jeeps scheuren we weer terug over de zandzee naar de rand van de grote krater. Daar stappen we over in de bus die ons naar een uitzichtpunt brengt waar je de hele krater kan overzien. Een pracht gezicht en inderdaad je ziet de mist laag in het dal hangen en uiteraard de zwavelrook uit de Bromo opstijgen.
We rijden verder naar het oosten en het is al laat in de middag als we in een dorpje een bruiloftsfeest passeren. Het is een Javaanse trouwerij en deze vindt plaats midden in het dorp. Voor een huis is een podium gemaakt waarop het bruispaar plaatsneemt. Ze zitten daar de hele avond en kijken wat er gebeurd. Hoe meer gasten hoe mooier. We moesten dan ook meteen stoppen en ook nog op de foto met het bruidspaar. Eigenlijk moesten we ook nog blijven eten maar daar hadden we geen tijd meer voor dus kregen we twee grote dozen met donuts mee. Laat in de avond komen we aan op de plantage Bayulor waar we ook overnachten.
24 september 1999
Vandaag verblijven we de hele dag op de plantage want er is hier veel te zien. Alle mensen die hier wonen, werken ook allemaal op de plantage. Dat kan zijn in de sisalfabriek, op de koffieplantage of ze halen de klappers uit de bomen. Ook is er gedeelte waar allerlei specerijen worden gekweekt zoals kruidnagelen.
We nemen eerst een kijkje bij de afdeling koffie. Hier worden de plantjes, Robusta, zelf gekweekt in een kwekerij deze worden later uitgezet op de plantage. We kunnen de bessen zien zitten en als ze rood zijn dan worden ze geplukt. Vervolgens worden de koffiebessen ontdaan van hun vruchtvlees waarna ze te drogen worden gelegd. Dit gebeurt op een verdiepingsvloer waaronder een grote oven staat te stoken. Als ze gedroogd zijn worden de laatste vliesjes verwijderd en daarna worden ze gesorteerd op kwaliteit.
Daarna lopen we verder naar de sisalfabriek. Hiervoor gebruiken ze de stam van een soort bananenboom. Op de plantage bevindt zich ook een bananenboomgaard. In een machine worden de stammen helemaal uit elkaar getrokken zodat er lange slierten overblijven. Dit wordt uiteindelijk 'gesponnen' tot sisal een grondstof voor het bekende manilla-touw. Dit touw wordt veel gebruikt in de scheepvaart. Er is nog geen kunststof uitgevonden dat steviger is. Het valt op dat er in de fabriek totaal geen bescherming is voor de mensen. Zonder geluidskappen, veiligheidsschoenen en bescherming van de draaiende delen in de machine. Voor de ARBO is hier nog veel te doen.
Op de plantage bevindt zich een snel stromend riviertje deze zorgt voor de gehele stroomvoorziening op de plantage. Door middel van een grote turbine van Geveka Amsterdam uit 1918 wordt stroom opgewekt waar de hele plantage gebruik van maakt. 's Avonds werden we verrast met een dansvoorstelling door de kinderen van de plantage.
In een vijvertje op de plantage had ik 's ochtends een mooie waterlelie gezien toen ik er 's middags kwam met het fototoestel was de bloem verdwenen, bah. De volgende morgen stond ie weer in al zijn pracht te bloeien, blijkt dat ze alleen 's ochtends bloeien.
25 september 1999
Vandaag weer een stukje rijden naar Ketapang aan de kust voor de overtocht naar Bali. Met een vieze, smerige stinkboot varen we in 40 minuten naar het mooie eiland. We reden direct door naar het hotel Raddin in Sanur. Op de kamer vonden we daar ook weer een honeymoon geschenk. Dit keer een fruitschaaltje en een overheerlijk chocolade taartje.
's Avonds gaan we naar een voorstelling van de typisch Balinesche Kecak-dans. Dit wordt ook wel de apendans genoemd en is een traditionele Balinese dans. De mannen, zo'n 70 in totaal, zingen of schreeuwen de hele tijd Kecak dit om in een soort trance te geraken. De originele uitvoering duurt van zonsondergang tot zonsopgang. Gelukkig voor ons deden ze de toeristische uitvoering van een uur. Maar evengoed werd je behoorlijk gek van het gekak.
26 september 1999
Vandaag rijden we rond over het prachtige eiland Bali. Bali is overwegend hindoeïstisch dat zie je terug in de vele huistempeltjes die de mensen in hun tuin hebben staan. Hier worden offers gebracht in de vorm van bloemen maar ook voedsel. Een huis bestaat eigenlijk uit meerdere huisjes. Het zijn allemaal open verblijven. De huistempels, dat zijn er altijd drie staan aan de kant van de berg ten opzichte van het hoofdverblijf. Elk hindoeïstisch gezin heeft deze tempels en ze zien er ook allemaal pikobello uit want het is echt het belangrijkste voor ze.
We gaan langs bij een houtsnijwerkplaats. Hier maken ze van alles en allemaal uit één stuk hout. De mannen zijn voor het snijden en gutsen en de vrouwen schuren het naderhand heel mooi op. Ze hadden echt de mooiste beelden maar toch een beetje groot om mee te nemen in de koffer.
Op Bali zien we ook vaak hoge versierde palen staan. Deze palen zijn helemaal versierd met bamboe en bloemen met een groot zwaaiende bamboe versiering in de top. Dat is dan omdat er een tempel feest is in het dorp.
We gaan langs Tritha Empul dit is een tempel en badplaats. Dit is heilig water en komt uit een in de aarde gelegen bron. Als je het aanraakt ben je meteen jaren jonger. Uiteraard hebben we direct onze handen in het water ondergedompeld.
27 september 1999
Vandaag onze laatste dag op Bali maar we maken nog een mooie tocht. We komen langs de beroemde sawahs, rijstterrassen, van Bali.
Helaas kunnen we alleen foto's maken vanaf de weg. Een vooraf geplande wandeling over de terrassen gaat net door omdat de groep koffie wil. Stelletje stommerds, thuis kan je genoeg koffie drinken. Zo vaak sta je niet aan de rand van een prachtig stukje natuur.
's Middags gaan we op bezoek bij een schooltje. De kinderen gaan hier allemaal in uniform naar school. Als we in een klaslokaal komen vragen we de kinderen, die trouwens zonder leraar in de klas zaten, of ze een liedje wilde zingen. Dat deden ze vol overgave. Nadat wij het Vader Jakob hadden voor gezongen, zongen zij dit zelfde liedje in het Indonesisch. Dat was wel lachen van beiden kanten natuurlijk.
's Avonds hebben we het afscheidsdiner in het hotel. Er zat een heel varken aan het spit maar helaas was van de beenham weinig terug te vinden, het was niet te eten. Na het eten werden er Balinese dansen uitgevoerd door steeds weer andere figuren. Het geheel werd begeleidt door een gamelan orkest.
28 september 1999
Vandaag afscheid genomen van de groep want we hebben er nog een paar dagen Lombok aan vastgeplakt. Even helemaal bijkomen van alle indrukken en lekker relaxt met zijn tweetjes genieten van het mooie land met zijn warme zon. De overtocht naar Lombok ging met een snelle catamaran. Dit was een stuk comfortabeler dan de vorige bootreis. Onderweg kwamen we een mannetje tegen die kleine banaantjes verkocht. Een trosje gekocht om te voeren aan de vissen bij het koraalrif. Alleen helaas, de vissen hier lusten geen bananen, was dat even jammer.
Op onze kamer in het Senggigi Beach Hotel staat weer een overheerlijke honeymoonfelicitatie. 's Avonds genieten we voor het eerst van de zonsondergang, eindelijk hadden we daar de tijd voor om dat te bekijken. En we werden dan ook meteen flink beloond met zo'n schitterende daling van de grote warme zon. Een diner heerlijk met zijn tweetjes met een overheerlijke verse vruchtensap en natuurlijk een lekkere ijs toe, dat hadden we nog niet gehad hier in Indonesië.
29 en 30 september 1999
De laatste dagen brengen we door met een beetje relaxen en lezen en af en toe snorkelen hier vlak voor het hotel. Het koraalrif ligt direct aan het strand dus we hoefden niet eens veel te zwemmen. We zagen de mooiste vissen. Het koraal was ook heel erg mooi in allerlei verschillende vormen en kleuren.
1 oktober 1999
De dag van vertrek, toch wel jammer we hadden net echt vakantie nu we het allemaal zelf konden bepalen wat we deden. We gingen eerst met een jeep naar het vliegveld van Lombok. Daar hadden we een binnenlandse vlucht met Merpati naar Bali. Daar mochten we twee uur wachten op het vliegtuig van Garuda dat ons naar Jakarta op Java bracht. Daar stapten we over op de KLM. Op Jakarta airport was het eerst nog even zoeken waar we heen moesten, naar nadat we helemaal buiten stonden werden we eindelijk de juiste kant op gewezen. Na een tussenstop op Singapore de volgende dag gearriveerd op Schiphol. De totale reis duurde 26 uur dus al met al viel het mee. Alleen in Nederland viel het tegen het was flink afgekoeld dus er zat zo'n 20 graden tussen. Behoorlijk koud dus.
{jcomments on}