Na het onderwateravontuur gaan we de jungle in bij Lamanai. Op zoek naar de Maya tempels die we zeker zullen vinden. Ze staan er immers al 2500 jaar maar ook op zoek naar vogeltjes.
8 juni 2024 naar Lamanai
De chauffeur die ons naar Orange Walk zal brengen zit al op ons te wachten dus we kunnen direct door. Hij heeft een mooie ruime mini-van dus we rijden relaxt naar het Noorden. We worden gebracht naar de boot-launch waar vandaan het bootje vertrekt naar Lamanai. Na een uurtje komen we daar aan.
De gids, Eduardo, zit al op ons te wachten. Hij heeft een lunch voor ons meegenomen en vraagt of we deze onderweg in de boot willen nuttigen of hier aan de picknick tafel. Nou doe dat laatste maar want straks in de boot zitten we ook met de camera op schoot. Nou dat was een goed besluit want twee minuten later begint het toch te hozen. Wij blij dat we nog niet op de boot zitten. Deze is namelijk niet overkapt. Als de lunch op is, stappen we in de boot. Gelukkig is het droog. De bagagetassen worden wel ingepakt onder plastic want je weet het maar nooit. Ook krijgen we een poncho om bij eventuele regen de camera's te kunnen beschermen.
We zien verschillende ijsvogels die er hier weer heel anders uitzien dan de ijsvogels zoals wij deze in Nederland kennen.
Maar dan begint het weer te regenen met grote druppels. We krijgen een tweede poncho om aan te trekken maar dat voorkomt niet dat we uiteindelijk helemaal doorweekt aankomen bij Lamanai Outpost Lodge. Je kan zelf wel een poncho over je heen aantrekken maar het water loopt op het bankje waar je zelf zit.
We worden hartelijk welkom geheten en mogen direct doorgeven welke excursies we willen doen. Samen met Eduardo, die ook onze gids is de komende dagen, komen we tot een mooi programma. Dan kunnen we naar de cabin. We zitten helemaal achteraan op de lodge. Maar hebben wel een open uitzicht op de New River die hier overigens een stuk breder is. We kleden ons om en hangen het natte spul te drogen. Dat zal wel even duren want het is hier in de jungle vochtig warm, zeg maar heet.
Terwijl Martin even ligt bij te komen, gaat Sonja nog een rondje over de lodge. Er zitten een aantal Howler Monkeys (Brulapen) hoog in de bomen. Ze rennen door de takken op zoek naar de rijpe vruchten.
Na het diner gaan we op Spotlight Safari bootexcursie. Het is al helemaal donker als we het bootje instappen. Gelukkig is het droog wel zien we in de verte de bliksem. Gelukkig horen we geen gedonder dus het is heel ver weg.
Eduardo heeft een grote lamp mee en laat ons verschillende dieren zien. We zien krokodillen waarvan hun ogen reflecteren in de lamp. Op een tak zit een Green Heron.
Ook nog diverse soorten ijsvogels, deze blijven 's nachts gewoon zitten en kunnen we dus prima fotograferen. Het is raar want ze hebben hun ogen wel open, lijkt het.
Aan een tak hangen verschillende vleermuizen. De diertjes zijn zo'n 10 cm groot. Met wijd open gesperde ogen hangen ze aan hun pootjes.
Na anderhalf uur varen we weer terug naar de lodge.
We zijn net terug in ons hutje als het onweer helemaal losbarst. Wat hebben wij een mazzel. Het blijft de hele nacht hozen. We stappen onder de douche en pakken alvast onze fototassen in voor morgenochtend.
9 juni 2024 Lamanai
De hele nacht heeft het geplenst en ge-onweerd. Maar vanochtend is het gelukkig droog. Het ontbijt bestaat uit kleine tortilla's met gebakken ei en kaas erover. Verder nog bruinenbonensoep maar die laten we maar even staan op de vroege morgen.
Om acht uur vertrekken we met de boot waar we 500 meter later weer uitstappen want dan zijn we al bij de ingang van Lamanai. We zijn lekker op tijd want dan zijn de vogeltjes nog op hun actiefst. We staan nog niet op de kant of de eerste mooie vogels zijn al gesignaleerd. Op de leuning van de steiger staat een kleine Mangrove Swallow (Mangrovezwaluw).
Het leuke is dat Eduardo ook van vogeltjes en fotograferen houdt.
Hoog in de bomen ons krijsen de Red-Lored Parrots (Geelwangamazone, een soort papagaai).
Maar eerst nemen we een kijkje in het museum wat bij Lamanai hoort. Om wat meer te leren over de Maya geschiedenis.
Lamanai betekent 'Ondergedompelde krokodil' en was een grote Maya stad in het Noorden van Belize. Er woonden hier al Mayas vanaf 1500 jaar voor Christus. Lamanai heeft zelfs de Spaanse invasie in 17e eeuw overleefd. De Spanjaarden stichten hier wel 2 kerken maar de Maya-opstand verdreef de Spanjaarden. De plek werd vervolgens door de Britten in Brits Honduras opgenomen en ging met de onafhankelijkheid van die kolonie over naar Belize.
De eerste opgravingen van de Mayatempels dateren pas vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw. Er zijn 3 grote tempels opgegraven maar waarschijnlijk ligt er nog veel meer verborgen onder de jungle.
Dan zien we twee Coati (Rode neusbeer).
De Laughing Falcon (Lachvalk) zit ons vanuit hoog in de boom te begluren.
De Smokey-brown Woodpecker (Roetspecht) doet een kunstje met een besje waar nog een blaadje aan zat.
Verderop zit een prachtige Chestnut-colored Woodpecker (Kastanjespecht). Wij vinden het meer een punkie met zijn ruige kuif.
Terwijl we voorbij de eerste tempel lopen zien we weer een prachtige bijeneter dus deze mag eerst op de foto.
Eduardo zei al, ja die tempel staat er straks ook nog wel. Kijk dat is een gids naar ons hart. De natuur dat is waar wij voor gaan.
Maar dan nemen we ook een kijkje bij de tempel. De eerste is de Mask Temple.
Zo genoemd omdat er aan weerzijden twee grote maskers zijn uitgehouwen.
Rond de tempel vliegen heel veel verschillende vogels. Eduardo herkent ze al aan hun gefluit en kan ze dan ook meestal wel vinden. En dan is het nog de kunst om ze op de foto te krijgen natuurlijk. Zo lopen we een tijdje over het prachtige terrein.
Verder vindt je hier de Jaguar tempel en de Hoge Tempel. We beklimmen de tempels wat nog een behoorlijke uitdaging is want de treden zijn behoorlijk hoog en het is nog steeds snikheet. Bovenop de tempel heb je dan weer een prachtig uitzicht over de om ons heen liggende jungle.
Na drie uur slenteren door de jungle lopen we weer richting de steiger. Nu zijn we ook letterlijk kletsnat maar ditmaal niet van de regen maar van het vele gezweet. Er is geen droog stukje meer te vinden aan ons shirt en broek. Als we in de boot stappen zien we nog een prachtige reiger, de Bare-throated Tiger-Heron (Mexicaanse Tijgerroerdomp).
Terug op de lodge moeten we echt even bijkomen. Eerst even douchen daarna ploffen we op ons bed en puffen we even uit. Fysiek doe je niet veel, je slentert wat rond, sjouwt met een zware (6,5 kg) camera en het is bijna 40 graden bij een luchtvochtigheid van 99% (terwijl het niet regent) en de zon schijnt ook nog op je kop (de gevoelstemperatuur is dan ook ruim 45 graden). Ach ja, je wilt wat zien van de wereld en dan horen deze omstandigheden er ook bij.
Het diner is hier prima voor elkaar. Heerlijk eten, vaak een soepje vooraf en voortreffelijke gerechten en ze komen voortdurend je glas met water bijvullen. Want iets drinken is het belangrijkste om overeind te blijven in deze warmte.
Als we uitgegeten zijn hebben we de volgende excursie 'Creatures of the Night'. Na overleg met Eduardo gaan we op zoek naar uilen. Normaal zouden we op zoek gaan naar spinnen en andere enge beesten die 's nachts actief zijn. Maar wij gaan op zoek naar uilen. We lopen via de achterkant de lodge uit. Het is pikdonker en gelukkig hebben we allemaal een hoofdlampje. We gaan dan wel niet op zoek naar de enge 'creatures of the Night' maar ze zijn er natuurlijk wel.
Eduardo heeft een app waarmee hij de roep van de uilen die hier regelmatig voorkomen kan laten horen. En dan krijgen we antwoord. Vanuit de nacht horen we de roep van een uil. Nu nog zoeken waar hij zit. En dan ja hoor, hoog in de boom zit de Mottled Owl (de bonte Bosuil).
Hij vliegt nog even naar een andere tak en dan lopen we weer terug naar de lodge. Missie geslaagd.
Weer drijfnat van het zweet lopen we terug naar de lodge. Stappen onder de douche en gaan slapen morgen weer een dag.
10 juni 2024 Wandeling door Indian Church
Vandaag hebben we de Medecin and cooking walk. Maar in overleg met Eduardo hebben we daarvan de 'op zoek naar vogeltjes en cooking walk' van gemaakt. Niet zo vroeg op dus we kunnen rustig ontbijten. Bij het restaurant vliegen vaak kolibries.
Om negen uur vertrekken we. Dit keer nemen we weer een andere uitgang van de lodge. Direct achter de lodge blijkt nl. het plaatsje Indian Church te liggen. We zien al direct prachtige vogeltjes. In de mooiste kleuren. Ze laten zich niet allemaal vastleggen dat is wel weer jammer.
We beginnen met de Spot-Breasted Wren (Vlekborstwinterkoning), een prachtig vogeltje met een gestippelde borst en staart.
Verderop een Blue-gray Tanager (Bisschopstangare), deze lijkt best veel op een parkiet.
De Brown-crested Flycatcher (Cayennetiran) zit wat uit te hijgen, hij is dan ook druk bezig met het maken van een nestje.
Het is best een uitgestrekt dorp waarbij de huizen voornamelijk zijn gemaakt van hout. Maar soms zie je ook stenen woningen. Wel allemaal vrijstaand dat dan weer wel.
Dan horen we een specht en als we hem hebben gevonden zien we een prachtige Golden-fronted Woodpecker (Goudvoorhoofdspecht), één van de acht verschillende soorten spechten die hier in Belize voorkomen.
Dan zijn we bij Eduardo zelf thuis. Hij vraagt of wij wel eens vers kokossap hebben gedronken. Daar komt dan nu verandering. Hij pakt een lange stok en haalt twee kokosnoten uit de boom. Oppassen want ze vallen zo naar beneden. Met de machete wordt de kokosnoot open gehakt. Een klein gaatje bovenin en we kunnen het heerlijke kokossap zo uit de kokosnoot drinken. En dat smaakt onverwachts heerlijk zoet en is ook best wel koel. Heerlijk.
We blijven nog even zitten en kletsen wat over zijn leven. Hij krijgt extra zonnepanelen. Zonnepanelen zijn hier nog niet zo aanwezig als bij ons in Nederland maar hij heeft ze dus wel. Daarnaast heeft hij ook een zestal grote accu's. Dit zijn oude accu's uit oude electrische auto's. Dit is heel fijn want in het dorp is geen electriciteit. Dus dat gaat anders met aggregaten.
Verder is hij tijdens de corona periode een klein supermarktje gestart wat gerund wordt door zijn vrouw. Dit was toen een gok, hij moest wat toen de toeristen industrie stil kwam te liggen, maar blijkt een groot succes te zijn.
Dan lopen we verder en komen we bij het restaurant waar we tortilla's gaan maken. Op een grote basaltsteen moet je met een vijzel de geweekte maiskorrels fijn duwen. Steeds weer opnieuw, dan een beetje water erbij totdat je er een klef balletje van kan maken. Dit duw je uit tot een platte schijf. Deze gaat dan 3 minuten aan weerszijde op de hout gestookte plaat. Dan smeer je er een tomatensmeersel op en smullen maar.
Dan krijgen we een maisballetje wat we op een plastic cirkel helemaal uit moeten duwen zo plat mogelijk en natuurlijk ook rond houden. Dit leg je dan op een bananenblad hierop smeren weer een tomaten smeersel daarop gaat een stuk kipfilet en dan pak je de bananenbladeren in. Dit krijgen we mee in een zakje en krijgen we vanavond bij ons diner te eten. Het moet nl. 45 minuten stomen.
In het restaurant krijgen we ook onze lunch. Hete kippensoep met heel veel uien en wat gebakken tortilla's. Heerlijk.
Dan is het weer tijd om terug te lopen naar de lodge. Lekker douchen en even siësta houden.
Want om drie uur hebben we alweer de volgende wandeling. We stappen weer in het bootje en varen naar de ingang van Lamanai. Hier zitten gewoon veel vogels dus dat is het doel van de wandeling.
In de rivier loopt een Limpkin (Koerlan) deze leeft in waterrijke gebieden waar hij zoekt naar kleine slakjes.
We zien direct al twee grote bonte spechten. Het zijn prachtige beesten met hun rode punk koppie (rode veren die recht overeind staan) en hun smalle nek hippen ze langs de stam omhoog.
Dan zien we weer een andere soort specht, de Golden-olive Woodpecker (Olijfrugspecht).
De Northern Barred-Woodcreeper (Noordelijke gebandeerde muisspecht) is ook weer verwant aan de specht.
De Barred Antshrike (Gebandeerde mierklauwier) is een compleet zwart met wit vogeltje met een leuke kuif. Dit is het mannetje. In tegenstelling tot de meeste vogels is het bij deze soort het vrouwtje wat een kleurijker verenkleed heeft. Zij is nl. oranje en alleen haar kop is zwart wit getekend.
De Tropical Royal Flycatcher (Amazonekroontiran) zet helaas niet zijn waaierkroon op voor ons. De gekleurde veertjes op zijn achterhoofd zijn nl. de veren van zijn waaierkroon.
We komen nog langs een voormalige suikerrietmolen. Deze is al lang terug verlaten en wordt inmiddels weer helemaal overgenomen door de natuur.
Dan zien we een prachtige felblauwe best grote vogel op een tak zitten. Als hij wegvliegt blijkt het de Black-headed Trogon te zijn want dan zien we zijn felgele buik.
Op het einde nog een aantal Howler Monkeys in de boom.
En verderop hoog in een kale boom zit een Laughing Falcon. We kunnen hem prachtig fotograferen. Als we dat van alle kanten hebben gedaan is het ook leuk als we hem vliegend kunnen fotograferen. We proberen van alles klappen, roepen, fluiten maar dat beest blijft gewoon zitten. Als we dan de camera's laten zakken en verder lopen vliegt hij lachend weg. Hij steekt nog net niet zijn midden veer omhoog.
En zo komt er aan deze dag, naar een verfrissende douche en overheerlijk diner ook weer een einde.
11 juni 2024 Op zoek naar nog meer vogeltjes
Vandaag de laatste ochtend in Lamanai. We hebben een vroege wandeling dit keer. Na een koffie en een muffin lopen we om half zes bij het ochtend gloren Indian Church weer in. Maar de vogeltjes hebben er vanochtend weinig zin in. Het is rustig. Wel is het drukkend warm en het onweer hangt in de lucht. De onweerslucht is dreigend dus we nemen een korte route, we willen niet nathozen. Verder blijft het rustig qua vogeltjes.
We zien nog wel een Agouti (lijkt op een groot konijn maar dan met kleine oren, of een hele grote muis zonder staart).
In het Nederlands wordt deze ook wel de Goudhaas genoemd en het is een knaagdier wat voornamelijk 's nachts actief is. Ze kunnen 20 jaar oud worden en eten voornamelijk fruit en planten.
Dan zijn we weer terug bij de lodge en we gaan nog even voor ons hutje buiten op de bank zitten. Vallen we allebei weer in slaap. Het was vannacht ook weer een klamme warme nacht met niet al te veel slaap. Om half acht worden we weer wakker en gaan we ontbijten. Een Belizian breakfast dit keer.
Na het ontbijt weer terug naar ons hutje waar we de koffers weer inpakken. Om elf uur vertrekken we. Met de auto dit keer. Het onweer was zo dreigend en we hadden geen zin om weer zeiknat te regenen in het bootje. Wel jammer want het was een kans om nog een aantal leuke vogels te kunnen fotograferen. In anderhalf uur rijden we weer naar de bootlaunch vlakbij Orange Walk Town. Daar nemen we afscheid van Eduardo en staat de volgende chauffeur al weer klaar om ons naar Belize Airport te brengen.
Op de luchthaven krijgen we onze auto en vertrekken we naar het oosten verder landinwaarts richting San Ignacio.
Wow, die vogels... wat mooi! En de tempels zijn natuurlijk ook prachtig.
Wat de tempels betreft zijn jullie hetzelfde als ons. De natuur trekt altijd meer (lees vlinders fotograferen onderweg naar een mooi dorpje waardoor de wandeling 4x zo lang duurt ;-) ).