16 februari 2007
Om 5.30 uur gaat de wekker zodat we op tijd klaar staan voor de excursie. We gaan naar Fraser Island NP. Om 6.20 uur worden we opgehaald. We zitten met 4 Engelsen in een 4WD. Eerst rijden we door Noosa NP waar het voornamelijk steenslagwegen zijn. Dus lekker shaken in de auto. En ja hoor daar zien we ook de eerste kangaroes in het wild. Ook komen we een troep zwarte geel staart kakatoes tegen. Het is mooi zonnig met weinig wolken. Maar niet voor lang want na een uurtje begint het toch te betrekken dus nu maar hopen dat het droog blijft. Al gauw kwamen we bij de ferry die trouwens gewoon in de branding ligt te wachten. Je rijdt er dan ook over het strand heen zo de boot op. Het is een klein stukje varen.
Op Fraser ging het direct het bos in over mulle zandpaden. Waar we al hortend en stotend overheen reden. We stapten uit bij een kreek. Dit glasheldere water dat gevoed wordt door een bron en regenwater was niet erg diep maar wat wel bijzonder was dat de koningsvaren er rijkelijk groeide met bladeren/takken tot wel vier meter lang. Als het kreekje droog komt te staan zal de varen doodgaan. Deze varen is de grootste en oudste ter wereld. Ook groeide er hele grote (1m doorsnede) hertshorens aan de bomen. Gewoon ergens midden aan de stam, heel apart. Op Fraser Island groeien een heleboel verschillende soorten eucalyptusbomen maar er zitten geen koala’s of kangaroes. Wel dingos. Welke we al tegenkwamen op het strand. We reden verder naar Lake McKenzie. Dit meer wordt net zoals een vulkaan gevoed door regenwater en is dan ook één van 43 meren die er verspreidt over het eiland te vinden zijn. Hier gingen we even zwemmen, het regent weer eens dus in het water is het warmer dan erbuiten. Als je maar onder water bleef was het heerlijk warm. Het is ook ontzettend fijnkorrelig zand dus even lekker gescrubt.
Na de lunch met heerlijke salades weer verder. We gaan terug over het strand wat nu vanwege het tij een stuk breder was en met 120 km per uur scheurden we weer terug. Helemaal rond het zuidpuntje van het eiland met de ferry weer terug naar het vaste land. Naar Rainbow Beach een prachtig gezicht, duinen/kliffen bestaand uit allerlei kleuren zand van wit via geel, rood, bruin naar zwart. Ontstaan door afzetting in vele miljoenen jaren. Al deze kleuren konden zelfs voorkomen in een brokje van 10 cm groot. Het leek wel steen maar met een beetje wrijven verging het helemaal tot zand. Je vingers waren dan wel helemaal bruin van de kleurstoffen uit het zand. Heel bijzonder. Op strand lagen nog een aantal hele grote Jellyfish (een soort kwallen) van zo’n 60 cm. Op het strand liggen geen schelpen, deze worden allemaal tegengehouden door het rif. Ook nog een aantal Australische zeearenden zien vliegen.
Om vier uur weer terug op de camping en het is gelukkig droog zodat we even buiten kunnen zitten. Op de camping barst het van de papagaaien die de hele dag en nacht om je oren kwetteren. Wel mooi hoor, groen met een blauwe kop met geel en rood aan de bovenkant. Vroeg naar bed want we zijn best nog wel moe.