28 augustus 2015
Vandaag heerlijk uitgeslapen, Sonja werd pas om kwart voor tien wakker. Rustig aan ontbijten en douchen. Gisterenavond was er geen stroom en dus ook geen warm water in toiletgebouw. Het bleek dat er in heel Seward stroomstoring was, dit heeft de hele avond geduurd. Daarna maken we ons klaar voor de wandeling. We gaan klimmen naar het Harding Icefield het is een wandeling van 8,6 miles wat staat voor bijna 13 kilometer. Dat is nog niet zo'n probleem maar het is steil omhoog. In totaal zullen we zo'n 1000 meter in hoogte stijgen.
Om kwart over twaalf zijn we bij het Visitor Center van de Exit Glacier. Hier begint de klim naar het Hardings Icefield. We nemen maar één fototoestel mee met de 18-200 mm lens anders sjouwen we een hoop kilos waarschijnlijk voor niets mee naar boven. En er moet nog veel meer mee. Vooral genoeg water, brood en snoepjes. En dan nog de regenjacks, fleece truien, mutsen en shawls. Je weet het immers nooit met het weer hier in Alaska. Maar we moeten toegeven de drie weken dat wij hier nu rondrijden is het overwegend prachtig weer. Een zonnetje en een graad of 13, veel en veel beter dan we van te voren hadden bedacht. Het is volgens de inwoners van Alaska die we onderweg spreken dan ook een uitzonderlijk goede en warme zomer. Nou warm willen wij het niet echt noemen want vooral 's nachts koelt het behoorlijk af, zo tegen het vriespunt.
Om kwart over twaalf lopen we dus het pad op. We registreren ons in het 'register book' en lezen dat we niet de enige zijn vandaag. Omdat we door berengebied lopen is het aan te raden om vooral genoeg herrie te maken. Maar omdat het direct behoorlijk steil is komt er van praten of zingen niet echt veel. Martin roept af en toe 'hallo beer' om toch maar iets te laten horen. Het eerste gedeelte gaat door het bos en we krijgen behalve bomen en struiken niet echt veel te zien. Af en toe schiet er een vogeltje een kant op en dan schrik je toch wel. Het zal toch niet die zwarte beer zijn? Eigenlijk hopen we nog steeds op een ontmoeting met een zwarte beer maar doe dat maar als we in de camper zitten of op veilige afstand staan en niet op een smal, steil bospad.
Na anderhalf uur klimmen wordt de begroeiing minder hoog en de bomen veranderen in struiken dat betekent dat we bijna boven de bomengrens zijn. En dat had de meneer in het Visitor Center ook gezegd als je gaat, probeer dan in ieder geval boven de boomgrens te komen want dan heb je al een mooi uitzicht op de gletsjer. En dat klopt. We zijn nu halverwege de gletsjer en ver beneden ons zien we het parkeerterrein. Wat is die gletsjer groot als je er zo van bovenaf op kijkt. Mooie spleten en geulen zien we.
We blijven niet te lang staan want we moeten nog een stuk. Inmiddels lopen we over de Marmot Meadows waar allemaal lage bessenstruikjes staan. We praten dus maar wat harder want dat is het voedsel van de beer. Gelukkig schrikken de marmotten niet van ons en hun hoge gefluit verraad waar ze zich bevinden. Er ligt er één heerlijk op een rots in het zonnetje en daaronder staan er twee in het rond te kijken. Na een paar foto's klimmen we weer verder.
We beginnen de kuiten al behoorlijk te voelen, dat zal wat worden morgen. Maar dan staan we op de rand en zien we de bovenkant van de Exit Glacier. Of ja bovenkant? Het is waar de gletsjer naar beneden gaat hij komt voort uit een heel groot ijsveld. Dit moet het begin van het Harding Icefield zijn. We genieten even van het prachtige uitzicht en maken de nodige foto's.
We besluiten om door te lopen naar het einde van de trail. We zijn nu al zover dan kan die laatste twee mijl klimmen er ook wel bij. Het is nu minder steil maar nog wel steeds omhoog. Het is wel minder klauteren en dat is wel fijn. We lopen nu langs grote sneeuwvelden en moeten soms over de keien door kleine stroompjes maar dan zien we eindelijk de schuilhut staan. Het is nog wel even een tippel maar als je een eindpunt in zicht hebt, loopt het altijd een stuk prettiger.
Het waait wel erg hard hierboven soms sta je helemaal schuin tegen de wind in en moet je zelfs even stoppen met lopen om niet om te vallen. In de schuilhut komen we even op adem. Het is een hutje van twee bij twee meter maar je staat er uit de wind en dat is wel prettig. Hierna is het nog 5 minuten lopen naar het echte eind. Dat doen we, maar eerst doen we de jassen aan en handschoenen aan want de wind is hier snijdend koud.
We klimmen weer verder en als we een bocht omgaan worden we plotseling gegrepen door een enorme windstoot. We kunnen ons nog net staande houden. We maken ons klein door te knielen dan heeft de wind minder vat op je. Daarna lopen we weer verder en dan komt de volgende windstoot weer. Afhankelijk van hoe stevig je kan staan soms loop je op een smal richeltje langs een berg zetten we ons schrap of gaan op de knieën zitten. Dan zijn we op het eindpunt waar we een prachtig uitzicht hebben. Maar weer een stormvlaag dus we gaan er maar bij zitten. Maar goed ook want de kleine steentjes (0,5 cm groot) gieren langs je heen. Capuchon over je hoofd en met je rug in de wind. Oeps dit is heftig zeg. Maar dan is de vlaag weer weg en kunnen we weer kijken. Het is een enorme ijsvlakte zo voor ons. Op sommige plekken zie je nog gladde sneeuw liggen en op andere plekken zie je de grilligheden van in elkaar geplette sneeuw wat gletsjers worden.
Het Harding Icefield is een ijsveld van 780 vierkante kilometer als je de gletsjers niet mee telt die eruit voortkomen. Deze gletsjers, zo'n 40 in totaal in allerlei soorten, lopen alle kanten op en als je die mee telt heb je het over een oppervlakte van zo'n 2.849 vierkante kilometer. Het is het grootste ijsveld van Amerika en er valt zo'n 1000 meter sneeuw per jaar. Het is zo enorm groot dat we met de spiegelreflex camera niet eens alles op één foto krijgen. Voorlopig plaatsen we dan ook een panorama foto gemaakt met een app op de telefoon. Geeft wel een mooi beeld.
We genieten van het prachtige uitzicht en proberen tussen de stormvlagen wat foto's te maken maar dat is nog niet zo makkelijk met die enorme wind en mee geblazen steentjes.
Na een minuut of tien lopen we weer terug naar het schuilhutje. Daar eten we onze boterham en drinken wat water en kan de terugtocht beginnen. En ja dan begin je andere spieren aan te spreken. Het zijn nu vooral de bovenbeen spieren die een training krijgen. Maar het gaat een stuk vlotter. Ook nu zien we weer een paar marmotten. In het bos wordt er nu luidkeels gezongen en allerlei liedjes komen langs. Soms met totaal andere teksten. Maakt niet uit als je maar geluid maakt. Het heeft geholpen want we hebben geen één beer gezien. Dat is eigenlijk ook wel jammer maar je wilt toch niet plotseling oog in oog staan met zo'n beer op een smal paadje waar je geen kant heen kan.
Om zeven uur zijn we weer bij het registratie boek en we schrijven ons uit en onder de kolom 'of we de hut hebben bereikt' komt een grote YES te staan. Dat is niet bij iedereen zo die de wandeling is begonnen, zien we.
Toch wel erg trots op ons zelf staan we om kwart over zeven weer bij de camper. Precies zeven uur. Dat is toch mooi. Het was een fantastische wandeling met een prachtig uitzicht op de top. Alaska op en top.
We zijn helemaal af en halen in het dorp een broodje bij de Subway want koken daar hebben we geen energie meer voor. Op de terugweg naar de camping ziet Sonja plotseling een Porkeypine in de berm. Dus proberen te stoppen en keren. Steekt dat beest de weg over. Als we er vlakbij zijn zit it ie inmiddels in de struiken. Sonja loopt er heen en kan hem nog net tussen de takken door fotograferen. Hebben we dit beest ook nog gezien. We hadden er al een paar dood langs de kant van de weg gezien maar nog niet levend. Op de camping nemen we een hete douche hopelijk houdt dat de spierpijn wat tegen.
{flike}