27 augustus 2015 Kenai Fjords N.P. vanaf het water

 

De wekker ging vroeg vandaag. We moeten nl. om acht uur al in Seward zijn bij het gebouw van Kenai Fjords Tours. Dus een snel ontbijt en de spullen bij elkaar zoeken. Extra fleece, regenjacks, mutsen, shawls en handschoenen. Er is voor vanmiddag veel wind voorspeld dus dan kan het extra koud zijn. De dramamine slikken we ook maar meteen en hopelijk voor niks.

 

We zijn op tijd bij het gebouw waar we onze instapkaarten ophalen. We zien al snel dat het op deze boot veel drukker zal zijn dan in Valdez. En dat blijkt later ook. Het maximale aantal passagiers gaat mee. Nou en dat is veels te veel. We gingen voor een stoel op het buitendek maar binnen was er niet eens meer ruimte. Je spullen moet je onder je stoel neerleggen en je mag ook niet meer van stoel wisselen. Jeetje dat wordt nog wat straks als er wat te zien is onderweg. En hopelijk gaat het niet regenen.

 

Om negen uur varen we de haven uit. Bij de eerste zeeotter die we zien houden we halt en er wordt van alles verteld over het mooie beestje. Alleen jammer dat we daar buiten weinig van verstaan. Een zeeotter kan anderhalve meter groot worden en de mannetjes wegen 45 kilo. De vrouwtjes 1,2 m en 34 kilo. Meestal zijn ze aan het eten dit moet wel want ze verbruiken per dag 25% van hun lichaamsgewicht. Hun voedsel bestaat uit krabben, schelpdieren, octopussen en zeekomkommers. Als ze niet eten dobberen ze wat op hun rug in het water, luierend of hun vacht verzorgend. Dat moet ook wel want ze hebben de dichts behaarde vacht van heel het dierenrijk. Wel een miljoen haren per vierkante inch.

 

Dan varen we hoog speed de Resurrection Bay uit. We zien veel vogels, voornamelijk meeuwen in allerlei soorten maar soms ook puffins. Helaas allemaal ver weg. Maar dan zien we een spuit de lucht in, een bultrugwalvis. We varen er heen maar behalve zijn bult en af en toe een fontein van water/lucht krijgen we hem niet te zien. Die spuit moet je zien als het uitademen door je snorkel als je net weer boven water komt. Als je ondergedoken bent komt je snorkel nl. ook vol met water en voordat je weer adem kunt halen moet je die eerst leegblazen. Dat doen walvissen dus ook. Deze fontein kan je van een mijl afstand al zien dus het duurt dan nog wel even voordat we met de boot in de buurt zijn. Een bultrugwalvis kan 17 meter lang worden en weegt dan 40.900 kilo. Van juni tot september bevinden ze zich in deze wateren waarna ze migreren naar Hawaï of Californië (10.000 kilometer verderop) waar de jongen geboren worden en weer opnieuw gepaard wordt. Het zijn balein walvissen en met deze baleinen filteren ze kleine scholen vissen en het krill uit het zeewater. Ze eten ruim 1.300 kilo voedsel per dag.

 

 

Wel zien we Dall Porpoises (Bruinvis), dit is een dolfijnen soort met een wit-zwarte tekening. Als je niet beter zou weten zouden wij ze door kunnen laten gaan voor orka's maar hun koppen zijn veel smaller. Dit zijn erg speelse dieren die voor de boot uit zwemmen en dat doen ze snel. Ze schieten van links naar rechts en het is nog lastig om ze op de foto vast te kunnen leggen. Ze zijn circa twee meter groot en wegen 165 kilo.

 

Wat we hier op de kust ook heel veel zien zijn gletsjers, eigenlijk overal waar je naar de kust kijkt hangt wel een gletsjer. Deze komen allemaal van het Harding Icefield. Verder zijn er hier veel eilanden voor de kust waar we vlak langs kunnen varen.

 

Dan weer een walvis en hij ligt wat te spelen met zijn staart. Telkens slaat hij zijn staart op het water dus de boot vaart er vol gas heen. Dan duikt de walvis onder maar komt ook snel weer boven en begint met zijn flippers te slaan op het water een machtig gezicht. Alleen jammer dat we drie rijen dik op de boot staan (en helaas achteraan, verkeerd gegokt). Maar wel gezien en dat is het belangrijkste. Bultrugwalvissen worden herkend aan hun staart. De onderkant van hun staart heeft een zwart-wit tekening die voor iedere walvis uniek is. Het valt op dat de walvissen vaak vlak voor de kust zwemmen daar zal dan ook wel het meeste voedsel zijn te vinden.

 

Dan varen we het Northwesternfjord in waar we al snel verschillende gletsjers zien hangen. Telkens gaan we weer een hoek om en dan zien we de Northwestern Glacier wat een machtig gezicht en weer heel anders dan de gletsjer waar we bij Valdez heen voeren. Deze hangt in verschillende megagrootte druppels boven en in het water. Soms brokkelen er stukken ijs af en op verschillende plekken zie je het water er langs en onderdoor stromen. Bovenop is de gletsjer heel grillig gevormd met allemaal scherpe punten en spleten. Ook heel veel blauw ijs is er te zien. Het blauwe ijs ontstaat omdat blauw de enige kleur is die niet geabsorbeerd wordt door ijs en dus zichtbaar blijft. Alle andere kleuren worden eruit gefilterd door het zonlicht.

We blijven een half uurtje voor de gletsjer liggen en varen dan weer weg. Het waait hier behoorlijk en het is ook een erg koude wind. Dit komt omdat de wind over het Harding Icefield aankomt en dan via de gletsjer afdaalt. We krijgen dan ook de volle koude wind in ons gezicht. Maar het zonnetje erbij maakt weer veel goed. We varen nog langs de Anchor en Southwesternglacier. Waar we van veraf nog denken dat er mooie strepen in de rotsen/berg zitten blijken het allemaal ijslagen van de gletsjer zelf te zijn.

 

 

Op de terugweg zien we nog een aantal keer een bultrugwalvis, meestal in de verte en maar het blijft bij een sproei of de rug van de walvis. Dan varen we nog langs een paar eilanden waar veel vogels zitten. Meeuwen, alken, puffins van alles wat. We zien veel Kuifpapgaaiduikers (puffins) rondvliegen en zwemmen maar het is nog lastig om deze kleine maar prachtige vogels vast te leggen. Maar met goed geluk is het toch geslaagd. Deze vogels leven altijd op zee behalve om te nestelen (en die tijd is al ruim voorbij). Het nestelen doen ze gewoon op de rotsige grond tussen wat plukken gras. Ze krijgen één jong wat door beide ouders wordt gevoedt. Hun voedsel bestaat uit kleine visjes en als je mazzel hebt dan zie je ze met een bek vol terug komen van zee.

 

We komen niet echt dichtbij land dus het blijft bij het bekijken van de vogels op zee en in vlucht. De vogels zijn ook al een stuk minder dan een paar weken terug toen hier alles nog aan het nestelen was.

 

Onderaan de rotsen zien we een Steller Zeeleeuwen kolonie. Dit zijn grote beesten waarbij de mannetjes wel 1.100 kilo kunnen wegen en 3,3 meter groot kunnen worden. Vrouwtjes zijn een stuk kleiner maar nog altijd goed voor 360 kilo en 2,7 meter. De meeste liggen lui te slapen en af en toe wordt er naar elkaar gehapt omdat de ander te dichtbij komt.

 

Het is steeds harder gaan waaien en er komen ook dreigende wolken aan. Het begint ook een beetje te regenen dus de tassen gepakt en binnen gaan staan. Het is daar ook een stuk warmer gelukkig. We varen weer terug naar Seward waar we om zeven uur de haven weer binnen varen. Daar zien we Menno en Marjon ook op de kade staan. Dit zijn ook twee Nederlanders die we een paar dagen terug hebben ontmoet bij de Bald Eagles in Valdez en eigenlijk zijn we elkaar daarna elke dag wel tegen gekomen. Menno fotografeert ook veel en dan heb je direct een hoop aanknopingspunten voor een leuk gesprek. We spreken dan ook af om gezellig samen uit eten te gaan want om nog wat te koken vanavond, nee niet zo'n zin in. We zijn ook best wel gaar, negen uur op het water waarvan we de meeste tijd hebben gestaan of rondgelopen maakt dat we het idee hebben nog behoorlijk heen en weer te schommelen. We belanden in het Resurrection Roadhouse waar we ons te goed doen aan een heerlijke burger. Na een gezellige avond rijden we om half tien de camping weer op.

 

 

 

 

 

{flike}