Woensdag 1 juni 2011
Vandaag is het de dag van de portretfotografie. Voordat we beginnen behandelen we eerst het onderwerp; wat is een gezicht, nou dat is eigenlijk alleen het aangezicht dus de ogen, mond en neus. De oren zitten op de zij/achterkant van het hoofd dus horen niet bij het gezicht. Het is dan ook geen gezicht als er een oor vol in beeld is in een portretfoto. En wat blijkt eigenlijk kan je heel veel objecten beschouwen als een portret.
Je plakt er een neus op en je weet wat de belangrijke kant is. Zoals bv. bij een vrachtauto, de voorkant dus de moterkap en voorraam zijn het gezicht dus de lange zijkanten kan je beschouwen als oren en dus minder belangrijk.
Daarna kwam het onderwerp witbalans aan bod dit was wat minder eenvoudig. De juiste witbalans zorgt ervoor dat je de werkelijke kleuren op je foto krijgt. In eerste instantie kijk je wat voor licht er is. Kaarslicht, tl, gloeilamp of bewolkt, zonnig is natuurlijk al te onderscheiden. Als er alleen maar kaarslicht beschikbaar is (bv. in een kerk) dan kan het zijn dat je foto heel erg geel wordt. Dan moet je juist blauw toevoegen vanuit je witbalans dus je foto koeler maken. Je kan hiermee beginnen maar dan kan het altijd nodig zijn om een fijntuning toe te passen.Helaas is het bij onze camera niet mogelijk om tussen deze stappen te gaan zitten en de stappen zijn flink groot. Het is wel mogelijk om handmatig een witbalans te schieten d.m.v. een witkaart. Deze zet je op de plek van waar het onderwerp straks komt. Immers van die plek moet je de temperatuur van het licht meten. Hier maak je een foto van, de camera weet dat het wit moet zijn en ziet dan wat doe ik en wat moet er gebeuren om dit te corrigeren. Met deze gecorrigeerde witbalans kan je dan de portretfoto’s gaan maken.
Dan zijn er nog verschillende mogelijkheden om het licht te plaatsen. Dit doen wij met een lamp die we wel op de juiste plek zetten. Eerst gebruiken we het zg. A-licht, dit is frontaal licht, dus recht t.o.v. de neus. Dan maak je een foto van je portret in een trappetje. Dan kijk je op de PC met welke sluitertijd/diafragma je de juiste huidtint te pakken heb. Als je deze te pakken hebt kun je gaan schieten ingezoomd of uitgezoomd het maakt niet uit. De enige voorwaarde is dat het model op de zelfde plaats in de lichtbron blijft zitten. Dan kan je weer kijken en haal je de leukste eruit, klaar is je portretfoto.
Daarna deden we ditzelfde met een B-licht, dat is licht van opzij. Daarbij krijg je dus een schaduwkant in het gezicht, dit geeft niet want je weet toch wel wat daar zit. Ook hierbij geldt hoe minder hoe beter je weet toch wel dat het om een gezicht gaat. Martin en ik zijn lekker losgegaan met gekke bekken maar ook met swingend haar. Aan het eind van de dag zitten er toch wel een paar leuke portretten tussen.
‘s Avonds hebben we heerlijk gegeten in een Chambre d’hote in een dorpje verderop. Dit was een Belgisch echtpaar die hier een drietal jaren terug zijn neergestreken en een werkelijk prachtige gîte hebben ingericht. Daarna snel weer terug naar het hutje want morgen gaat de wekker weer vroeg.