26 oktober 2017  

Andasibe N.P. 

We hebben prima geslapen onder en in onze lakentjes. Lekker in de frisse lucht. Op naar het ontbijt. Nog even naar de wc waar Sonja net zo snel weer vanaf springt. Ze gaat zitten en AU! een steek. Uh !?! In de pot licht een kleine harige rups. Oeps die zat dus eerst op de rand. Au dat doet echt gemeen zeer. Martin haalt met een heleboel papier het beestje uit de pot en maakt er een foto van. Je weet namelijk maar nooit of het beestje giftig is of zo. We hebben ons 'uitzuigappparaatje' mee dus dat zetten we erop. Met een pen een grote kring erom gezet. De prik is nog behoorlijk te voelen. Van de mensen van het hotel proberen we te weten te komen of het kwaard kan. Ja het is een rups van een vlinder maar verder komen ze niet. Een heerlijk vers stukje stokbrood en croissantje, vers kopje thee en een jus. Wij kunnen er weer tegen.

De wandelschoenen, lange broeken weer aan, DEET gespoten, wij kunnen er weer tegenaan. Bema staat al weer klaar zodat we om half acht weer naar Andasibe N.P. rijden. Florent staat ons al op te wachten maar eerst moet er nog het een en ander geregeld worden. Voor de ingang van het park ligt een Boa Constrictor. We hadden al eerder gehoord dat deze hier zou zijn. Het beestje (toch snel 1,5 meter) is uit zijn winterslaap gehaald zodat de toeristen hem kunnen zien. Hij ligt er dan ook maar wat suf bij. Hmm niet echt de beestjes die wij leuk vinden om te bekijken. Slangen blijven toch altijd iets beangstigends hebben.

De stagiare van gisteren is er vandaag toch niet bij. De gidsen in opleiding hadden vandaag een lesdag. We lopen via een aangelegd pad het park in en al snel zien we de Common Brown Lemur. Mooie bruine beestjes die hoog in de bomen voortbewegen.

Als we door een stuk bamboe bos lopen zoekt Florent de Bamboe Lemur helaas deze is op vakantie en wordt niet gevonden. Wel zien we nog de Ulli Ulli dezelfde soort als gisterenavond maar nu zit ie lekker te slapen. Dan gaan we al snel van het pad af en lopen dwars door de begroeiing en lianen op zoek naar de Sifaka. Het is weer behoorlijk klimmen en klauteren en alle overdwars hangende takjes en lianen maken het lopen er niet gemakkelijker op. Maar dan zien we de Sifakas hoog in de bomen. Ze zitten lekker te snoepen van de bloemen en besjes.

 

 

Wat een mooie beestjes zeg. Lange haren in de een mooie gouden kleur. Het is de Golden Sifaka ook wel Diadeem Sifaka genoemd. Er is er één met een jong. Het jong is nog helemaal wit heel grappig. De gids verteld ons dat ze steeds lager zullen komen en na het ontbijt zelfs op de grond gaan zitten. En ja hoor. Nadat ze nog een paar keer verplaatst zijn en wij er ook weer achteraan zijn gegaan komen ze steeds lager in de bomen en dan zitten ze op de grond. Daar zitten ze met elkaar te spelen en te frunnikken wat is dit leuk zeg. We kunnen echt heel dichtbij komen. Sonja is er ala Jane Fonda maar bij gaan zitten op de grond. En er springt er zo één vlak naast haar in de boom, echt op 1,5 meter afstand en wat zijn ze mooi zeg.

De moeder met jong zit nog steeds hoog in de boom waar het jong als een kleine Epke Zonderland kunsten uithaalt aan een tak. Maar alles binnen handbereik van moeders want hij hangt wel een stukje hoger namelijk op tien meter hoogte. Na een half uurtje laten we de Sifaka's weer met rust en gaan op zoek naar de Indri Indri.

 

 

De Indri Indri is de grootste lemurensoort die hier voornamelijk voorkomt. Er zijn in dit park zo'n 64 familie's die elk bestaan uit zon 5 of 6 exemplaren. De Indri zingen naar elkaar dit doen ze om elkaar te laten weten. Pas op dit is mijn territorium niet te dichtbij komen. In de verte horen we ze dan ook af en toe. We klauteren en klimmen wat af en met een camera met grote lens in de hand is dat niet echt gemakkelijk. Maar weer opbergen en alles op de rug dat loopt toch wat prettiger dan maar geen beeld als een beestje er snel vandoor gaat.

We komen nog langs een groep Redbellied Brown Lemur ook met jong.

 

 

 

De gids laat ons hier even staan en zegt dat hij op zoek gaat naar de Indri zodat wij niet alle paadjes af hoeven. Na een kwartiertje is hij terug en zegt dat hij ze gevonden heeft. We manouvreren ons nog een half uur door het struwel maar dan staan we toch zwaar bezweet oog in oog met deze mooie beestjes. De Indri Indri heeft geen staart en het uiterlijk van een slungelige magere panda. Nee daarmee doen we hem echt te kort. Een mooi zwart wit getekend beestje met prachtige blauwe ogen en een guitig kopje. Er zit er ook één met een jong van een maand. Het jong is helemaal zwart en klemt zich vast aan de buik van mama. Indri Indri zijn monagaam en man en vrouw blijven levenslang bij elkaar.

 

Na een tijdje beginnen ze weer te zingen en het is echt bijzonder om dat van zo dichtbij mee te maken. Het heeft een behoorlijk doordringend geluid sommige tonen zijn vergelijkbaar met de alarmsirene elke eerste maandag van de maand. Maar soms ook alsof je een ballon piepend laat leeg lopen. Met wijd opengesperde monden zitten ze te galmen hoog in de toppen van de bomen. Dit duurt wel twee minuten lang. En dan is het weer stil. Dit doen ze zo'n één keer per uur. Ze doen dit om andere dieren maar vooral ook andere Indri's te waarschuwen; pas op dit is mijn gebied. De Indri is de grootste maki soort die er nog is. Hij wordt tot maximaal 70 cm groot en heeft een piepklein staartje van maar een paar cm. Dit is raar voor een halfaap/maki.

 

 

 

In het Malagasi wordt de Indri de Babakoetoe genoemd, dit betekent 'Man van het bos'. Waarschijnlijk omdat ze best wel groot zijn en het 'zingende' geluid lijkt wel veel op een mensengeluid. Hij heeft hele lange gespierde achterpoten deze gebruikt hij als hij door het bos rent daarmee kan hij hele grote sprongen maken tot wel 30 km/per uur. Maar meestal zit hij rustig te eten op een tak. Zijn voedsel bestaat uit bladeren, bessen en vruchten. Sommige bladeren zijn giftig daar heeft hij wat op gevonden. Eén keer per dag klimt hij naar beneden en eet wat van de aarde. Deze aarde vermengt zich in de maag met de gifstoffen waarna het allemaal wordt uitgepoept.

 



Op de terugweg naar de ingang zien we nog een Malagassische girafkever, de Trachelophorus giraffa. Het grapje is; de enige giraf op Madagaskar. De aanduiding 'giraffa' slaat op de lange nek van dit kevertje. De nek van het mannetje is twee of drie keer zo lang als de nek van het vrouwtje. De nek wordt gebruikt om een nest te bouwen en om mee te vechten. Het mannetje wordt bijna 25 millimeter lang en is daarmee een van de langste sigarenmakers. Het kevertje zelf is ongeveer net zo groot als een lieveheersbeestje.

 


Na een geslaagde wandeling nemen we afscheid van Florent en zet Bema ons af bij een restaurant voor de lunch. We nemen lekkere nasi die prima smaakt na zo'n vermoeiend maar prachtige ochtend in het park.

We gaan nog een kijkje nemen bij Vakona Forest Lodge. Dit is een sanctuary, een opvangplek voor gewonde lemuren. Op een klein eiland hebben ze een drietal soorten. De Common Brown, de Black and White Rough en de Bamboe Lemur. Met een kano worden we naar het eiland gebracht. Al snel komt de eerste Common Brown Lemur op ons af. Ze weten natuurlijk dat de gids een banaantje voor ze mee heeft de snoeperds. Dan springt het beestje zo bij Sonja op de schouder. Oeps dit is een hoog Apenheul gehalte. Ach maar wel leuk. Kunnen we een paar mooie portretjes proberen te maken. Maar met een lemur bovenop je hoofd of zelfs je camera wordt dat je niet gemakkelijk gemaakt.

 

 

 

De Black and White Rough Lemur.

 


Op het einde komen we nog bij een ander eilandje waar een tweetal Golden Diadeem Sifaka's leven. Hier mogen we niet komen maar de gids vaart er zelf heen probeert de beestje naar de kant te lokken. Het is echt grappig hoe ze zich voortbewegen zodra ze op de grond zijn. Ze springen namelijk zijwaarts op hun achterpoten waardoor het lijkt alsof ze dansen.

   

 

   

Dan rijden we nog naar een ander gedeelte waar ze reptielen hebben. Er zitten grote krokodillen van een meter of drie in een grote sloot. Het zijn Nijlkrokodillen die ook hier in Madagascar in het wild voorkomen. Ook hebben ze een soort kassen met daarin boomstamgekko's die we mogen zoeken. Ook een kas met kameleons en in een andere kleine kikkertjes. We hebben het eigenlijk wel al gezien maar we lopen samen met de gids nog door het hele park waar hij trots alles laat zien. Ook de fossa het enige roofdier hier op Madagscar. Het beest eet lemuren en muizen.

 



Om vijf uur zijn we weer terug bij de auto en rijden we terug naar de lodge. De kamer weer ombouwen en een lekkere douche. Zo wij kunnen er weer tegen. Diner in het restaurant waar we voor de verandering weer eens aan de Zebu steak zitten dit keer meer bloemkool en worteltjes. Een fruit taart toe en wij kunnen er weer tegen. Het tweede doosje malariapillen is leeg dus dat gaat ook goed.

Na het eten de weblog weer bijgeschreven en de foto's op de laptop gezet. Hopelijk hebben we in het volgende hotel weer WiFi zodat we weer wat kunnen uploaden.



{flike}