19 oktober 2017
Isalo N.P.
Vandaag staat de wandeling door Isalo N.P. op het programma. We hebben goed geslapen alleen was het ook hier warm toen de airco uitgegaan was. We kunnen pas van zeven uur ontbijten dus een beetje haast is geboden. Jammer want het is een overheerlijk ontbijt met vers fruit, croissant en pain au chocolat en nog geroosterde broodjes met jam. Nou ja, daar genieten we morgenochtend dan maar dubbelop van.
We smeren ons goed in met factor 50 en om half acht stappen we in de auto bij Bema die de auto alweer helemaal heeft schoongemaakt. We rijden eerst naar het dorpje waar we onze gids voor vandaag oppikken. Het Tina, hij spreekt echt heel goed Engels wat hij overigens zichzelf heeft aangeleerd met behulp van een woordenboek en door veel te kletsen met de toeristen waarmee hij dagelijks een wandeling door Isalo N.P. maakt.
Met de 4x4 rijden we door tot aan het startpunt van de wandeling. Alles mee? Ja hoor, de camera en 4,5 liter water en het zwemgoed. We beginnen met een behoorlijke klim van zo'n 500 meter. Hier waren we al voor gewaarschuwd. Onderweg staan er bordjes hoe ver je bent dus weet je waar je bent.
Isalo ligt op de rand van het hoogland en is ongeveer 820 vierkante kilometer groot. Het wordt ook wel het Colorado van Madagaskar genoemt. In het park liggen vele grafen van de Bara stam. Als iemand is overleden wordt deze ingewikkeld in doeken en in een grot gelegd. De grot wordt afgesloten met keien en daarvoor komt een hele grote steen. Dit is een natuurlijke grot die aan de binnenkant wel wat wordt uitgehakt om het ruimer te maken. Het is ook een familiegraf. Na een aantal jaar wordt de overledene naar het dorp gedragen en gedurende een twee dagen durend feest wordt degene omringd door familie ge-eerd. Daarna worden de botten herbegraven in een kleine opening hoger in de rotsen gelegen. Deze wordt ook weer afgesloten met stenen. Hier blijft de overledene voor altijd.
Het is overigens uit den boze om met je wijsvinger te wijzen naar een graf. Overigens nergens mag naar gewezen worden. Aanwijzen doen ze met een vuist.
Dan stopen we bij een dor struikje en aan ons de taak om het dier te vinden wat zich hier schuil houdt. We staan er met onze neus boven op maar het is toch lastig om de twee wandelende takken te vinden. Het vrouwtje van de wandelende tak is overigens een stuk groter dan het mannetje. Ze voeden zich met blaadjes maar zitten het meest van de tijd gewoon stil op een stokje.
Dan komen we bij een hoge rots uit waar we op kunnen klimmen. Hier hebben we rondom uitzicht over het hele park en de daar omheen liggende laaglanden. Prachtig de rotsen zijn hier in alle kleuren rood, geel, grijs maar ook zwart en bruin. Ook in allerlei vormen en de verschillende lagen zijn ook goed te zien.
We lopen weer verder over de vlakte, de begroeiing bestaat hier uit een soort helmgras. Plotseling ziet onze gids een bijzonder dier, de Rainbow Locust. Het is een prachtig beestje wat lijkt op een grote sprinkhaan maar dat niet is. Hij heeft prachtige rode vleugels waarmee zij overigens niet kan vliegen. Ja het is een zij want het mannetje heeft blauwe vleugels in is een stuk kleiner. Het lijf is ook prachtig gekleurd en is overigens giftig. Dat komt door de plant waarvan ze eten. Als er een aanvaller komt spreidt ze haar vleugels uit om de aanvaller af te schrikken.
Het is bloedheet en regelmatig stoppen we even bij één van de weinige boompjes om iets af te koelen in de schaduw en wat water te drinken. De rotsen waren eerst voornamelijk geel maar inmiddels zijn ze donker rood de kleur van het hele eiland Madagaskar. We staan aan de rand van de hoogvlakte en kijken uit over het laagland een stuk lager.
Dan beginnen we aan de afdaling wat via grote keien gaat en uitgehakte traptredens. De knieën en bovenbenen krijgen het lekker te voorduren tijdens deze workout. Dat zal morgen wel spierpijn zijn.
Als we de lager in de vallei komen, komen we ook weer tussen de bomen wat gelukkig een stuk koeler is. Op de campside staat de familie van Toussiant al bij de barbecue om een heerlijke lunch te verzorgen. Maar eerst een heerlijk koel drankje. We krijgen eerst een groente salade en daarna een megaspies met stukken Zebu vlees en rijst. Het is zoveel dat we ons bordje niet leeg krijgen. De twee banaantjes toe gaan er nog wel in maar dat is meer omdat ze hun werking moeten gaan doen om de stoelgang weer iets beter voor elkaar te krijgen. De immodium pillen doen gelukkig ook wat ze moeten doen want het vreselijke borrelen in de darmen is opgehouden. Tijdens de lunch spelen om ons heen de Ringstaartmaki's in de bomen.
Na het eten lopen we weer verder en zien een tweetal Bruine Maki's helaas willen ze niet op de foto. Het is nog een stuk klimmen en klauteren langs een smal riviertje. Dit riviertje is het water voor het dorpje beneden in het dal. Het is grondwater uit een bron ergens hoog in de bergen en uiteraard het regenwater als het regent. Er is een pijpleiding aangelegt dat het water naar het dorp brengt. Na een kilometer of 2 klimmen en klauteren komen we bij het eindpunt. Hier zijn een tweetal plasjes. De Black en de Blue Pool beide gevoedt door een waterval. Nou daar kunnen we mooi even in afkoelen. En letterlijk want het is ijskoud. Maar als je doorbent heerlijk. De waterval is echt heel stevig het water plenst op de schouders en hoofd. Wel lastig om eronder te blijven liggen want je kunt er niet staan.
Na een half uurtje kleden we ons weer aan en lopen weer dezelfde weg terug naar het kamp. Vlakbij het kamp zien we weer twee Bruine Lemuren (Brown Lemur). Jammer genoeg zijn er Franse toeristen die de beestjes met hun telefoon van dichtbij willen fotograferen dus de grootste van de twee loopt snel weg. De hele kudde toeristen er achteraan maar Sonja blijft bij het andere beestje staan wat weer rustig op zijn takje gaat zitten zodat ie mooi op de foto komt.
We lopen over de campside en dan nog 2 kilometer naar een parkeerterrein. En daar staat Bema ons alweer op te wachten. De vraag is of er een mannetje mee terug rijden naar het dorp. Dat scheelt hem weer 5 kilometer lopen over het zandpad naar het kantoor met een zak vol potten en pannen op zijn nek. Natuurlijk in de achterbak staat een stoel en is genoeg ruimte voor zijn spullen. In het dorp nemen we afscheid van de gids en na weer een aantal nieuwe flessen water te hebben gekocht rijden we terug naar het hotel.
Zo dat was een mooi maar intensief dagje. We gaan nog een stukje lopen want in het hiernaast gelegen hotel blijkt één van de zeven geocaches (die er op Madagascar te vinden zijn) te liggen. De beide hotels zijn met een tuin langs de rotsen met elkaar verbonden maar wat hemelsbreed 550 meter is, is lopend al snel 800 meter en zo komt er voor vandaag nog anderhalve kilometer extra in de benen. En de geocache gevonden. Nou dan mogen we nu uitrusten. Eerst een duik in het zwembad en na een lekkere douche typen we het verslag voor de website en proberen dat te uploaden. Helaas het internet is, is vreselijk traag dus het lukt niet om de foto's op de website te krijgen. Misschien later op de avond.
Om half acht naar het diner waar we na een flink gevulde minestrone soep, kipfilet met boontjes en aardappeltjes krijgen. Het toetje is chocolade parfait prachtig versierd met een mooie muzieksleutel. Dus dat is goed voor de 'Thursday Musica' haha.
Na het eten proberen we nogmaals de foto's op de website te krijgen maar helaas geen stabiele verbinding dus dat gaat niet lukken.
{flike}