Madagaskar
Andasibe naar Kanaal van Pangalanes
27 oktober 2017
Andasibe naar Kanaal van Pangalanes
Het is vandaag mistig als we wakker worden, het was ook lekker fris vannacht dus prima geslapen. Sonja is er al weer vroeg uit en ziet het zonnetje steeds meer door de mist heen prikken. Na het ontbijt is het weer helemaal helder dus het wordt weer een warme zonnige dag.
Om acht uur alles weer in de auto voor de reis naar ons laatste echte verblijf hier op Madagascar. We rijden de RN2 verder af naar het oosten. Het is een erg bochtige weg met heel veel heuvels. In de buurt van Andasibe is er nog wel veel begroeiing van bomen maar snel wordt dat ook hier helaas minder. Er groeien hier vooral heen veel bananenbomen en ander fruit. Langs de weg dus heel vaak fruitstalletjes met heel veel fruit. We kopen weer een trosje kleine gele banaantjes want die zijn wel erg lekker.
Er is hier bijna geen rijstteelt terwijl er toch wel grote kale stukken zijn. De grond zal wel minder vruchtbaar zijn. Al slingerend volgen we de stroom van een mooi riviertje. In een plaatsje stoppen we even om de benen te strekken.
Onderweg zien we ook heel veel van deze zakken (zie foto) langs de kant van de weg. Dit is houtskool. Ze laten ongehakte bomen onder een berg grond helemaal verkolen. Deze kolen worden dan weer verkocht.
Onderweg komen we veel vrachtwagens tegen dat komt omdat deze weg leidt naar de grootste havenplaats van Madagaskar. Maar m.b.v. de toetercode kunnen we ze redelijk vaak makkelijk passeren. Brickaville is de laatste grote plaats die we passeren daarna slaan we een 4x4 road in naar de plek waar onze boot ligt te wachten. Het is nog zeven kilometer behoorlijk schudden. Dit is echt 4x4 we vliegen van links naar rechts en soms komen we los van de achterbank maar uiteindelijk zijn we bij het meer.
Een prachtig wit strand met een palmboom met kokosnoten en kabbelend helder blauw water. Onder een boom gaan we lekker lunchen. We zitten nog niet of er komt een jongen aan met een bordje met daarop onze naam. Het blijkt de schipper te zijn die ons naar het Bushhouse gaat varen. Prima geregeld hier allemaal hoor. Tot nu toe komt iedereen op tijd en is het prima geregeld.
Na de lunch kan alle bagage op de boot en gaan we. Het Kanaal van Pangalanes is een aaneenschakeling van meren en kanalen vlak langs de kust. Een smalle kuststrook van 200 meter breed scheidt het kanaal van de Indische Oceaan die hier behoorlijk te schijnt te gaan. Gevaarlijke stromingen en hevige golven.
Het Pangalanes Kanaal is, met 655 kilometer, een van de langste kanalen ter wereld. De vele meren en lagunes zijn met handmatig gegraven kanalen met elkaar verbonden door de Fransen in de koloniale tijd voor het transport van goederen. De Indische Oceaan was te ruw voor de kleinere transportschepen, dus dit was de ideale oplossing voor rustig vaarwater. Tegenwoordig is er zoveel begroeiing in het kanaal (waterlelies en hyacinten) dat het niet echt meer geschikt is voor de professionele scheepvaart. Het kanaal is op sommige plekken maar 100 meter verwijderd van de kust en er zijn vele visserdorpjes die van beide wateren veel gebruik maken.
Met traditionele kano's (uitgeholde boomstammen) gaan ze het kanaal op om te vissen. Het water wordt tevens gebruikt als wasplaats en het wordt zelfs gebruikt als drinkwater. Het water van het kanaal is brak (zoet en zout gemengd) en heeft daardoor veel natuurschoon.
Zo varen we dus via een aantal meren en kanalen naar het Bushhouse waar we na zo'n 35 minuten aankomen. De manager staat ons al op te wachten op de steiger. Met een welkomstdrankje worden we vriendelijk onthaald en krijgen we informatie wat we hier allemaal kunnen doen. Nou, we wilden eigenlijk alleen maar relaxen deze laatste dagen van de toch wel intensieve vakantie.
We horen het aan en krijgen een mooi ruim huisje met grote veranda uitkijkend over het grote meer. Er staat een lekker briesje dus we gaan lekker buiten zitten en drinken wat. Hier gaan we ons wel vermaken. We maken het bed alvast klaar voor de nacht want er schijnen hier heel veel muggen te zitten. En het huisje heeft een open douche. Een grote regendouche in de openlucht en er is geen deur die de kamer afscheidt van buiten. We richten het bed dus maar alvast in. Wat inhoudt dat we het dikke zware dekbed verwijderen de lakenzakken alvast neerleggen en het klamboe laten zakken. Als je dat nog moet doen met licht als het al donker is, dan lok je alleen maar meer muggen en dat is iets wat we niet echt willen.
Om vijf uur gaan we naar een uitkijkpunt hier achter de gebouwtjes. Zo te zien hebben we echt het mooist gelegen huisje gekregen er liggen namelijk ook heel veel huisjes in het bos en die hebben niet echt een uitzicht en lijken ook een stuk kleiner. Na 10 minuten staan we bij een gebouw waar een aantal mensen zitten te eten van hele grote vruchten. Volgens Sonja is het dorian maar het wordt iets van klapzak genoemt. Het is een vrucht van wel 30 cm doorsnede dat groeit in een boom. Het bestaat uit heel zoet vruchtvlees met hele grote pitten (wel 5 cm groot). Het is echt heel zoet en kleverig. Ook wij moeten natuurlijk wat proeven.
Bovenop het gebouw kijken we uit over een glooiend landschap met daarachter de ondergaande zon. Helaas is het bijna helder dus niet echt Afrikaans spectaculair. Dat hebben we de hele vakantie trouwens ook nog niet echt meegemaakt. We drinken onze cola en gaan weer terug. Bij het restaurant maken we kennis met een stel uit Nieuw Zeeland waar we gezellig mee kletsen. Tijdens het eten schuift nog een Zwitserse dame aan die alleen reist. We hebben het gezellig met zijn vijven.
Het is inmiddels al donker als in een boom naast het restaurant de eerste maki's al naar beneden komen. Ze worden gevoerd met een banaantje. Het zijn de kleine Bamboo en Bruine lemuur. Erg grappig hoe die beestjes de banaan wel willen, maar toch bang zijn om helemaal naar beneden te komen omdat wij in de buurt zijn. Maar de lekkere banaan wint het en ze smikkelen er lekker van.
Wij ook, inmiddels hebben we gebakken bloemkool gekregen en als hoofdgerecht vis met aardappelen. Toe krijgen we vers fruit. Lekker hoor allemaal. Om negen uur gaan we terug naar ons hokje en slapen.
{flike}
Andasibe N.P.
26 oktober 2017
Andasibe N.P.
We hebben prima geslapen onder en in onze lakentjes. Lekker in de frisse lucht. Op naar het ontbijt. Nog even naar de wc waar Sonja net zo snel weer vanaf springt. Ze gaat zitten en AU! een steek. Uh !?! In de pot licht een kleine harige rups. Oeps die zat dus eerst op de rand. Au dat doet echt gemeen zeer. Martin haalt met een heleboel papier het beestje uit de pot en maakt er een foto van. Je weet namelijk maar nooit of het beestje giftig is of zo. We hebben ons 'uitzuigappparaatje' mee dus dat zetten we erop. Met een pen een grote kring erom gezet. De prik is nog behoorlijk te voelen. Van de mensen van het hotel proberen we te weten te komen of het kwaard kan. Ja het is een rups van een vlinder maar verder komen ze niet. Een heerlijk vers stukje stokbrood en croissantje, vers kopje thee en een jus. Wij kunnen er weer tegen.
De wandelschoenen, lange broeken weer aan, DEET gespoten, wij kunnen er weer tegenaan. Bema staat al weer klaar zodat we om half acht weer naar Andasibe N.P. rijden. Florent staat ons al op te wachten maar eerst moet er nog het een en ander geregeld worden. Voor de ingang van het park ligt een Boa Constrictor. We hadden al eerder gehoord dat deze hier zou zijn. Het beestje (toch snel 1,5 meter) is uit zijn winterslaap gehaald zodat de toeristen hem kunnen zien. Hij ligt er dan ook maar wat suf bij. Hmm niet echt de beestjes die wij leuk vinden om te bekijken. Slangen blijven toch altijd iets beangstigends hebben.
De stagiare van gisteren is er vandaag toch niet bij. De gidsen in opleiding hadden vandaag een lesdag. We lopen via een aangelegd pad het park in en al snel zien we de Common Brown Lemur. Mooie bruine beestjes die hoog in de bomen voortbewegen.
Als we door een stuk bamboe bos lopen zoekt Florent de Bamboe Lemur helaas deze is op vakantie en wordt niet gevonden. Wel zien we nog de Ulli Ulli dezelfde soort als gisterenavond maar nu zit ie lekker te slapen. Dan gaan we al snel van het pad af en lopen dwars door de begroeiing en lianen op zoek naar de Sifaka. Het is weer behoorlijk klimmen en klauteren en alle overdwars hangende takjes en lianen maken het lopen er niet gemakkelijker op. Maar dan zien we de Sifakas hoog in de bomen. Ze zitten lekker te snoepen van de bloemen en besjes.
Wat een mooie beestjes zeg. Lange haren in de een mooie gouden kleur. Het is de Golden Sifaka ook wel Diadeem Sifaka genoemd. Er is er één met een jong. Het jong is nog helemaal wit heel grappig. De gids verteld ons dat ze steeds lager zullen komen en na het ontbijt zelfs op de grond gaan zitten. En ja hoor. Nadat ze nog een paar keer verplaatst zijn en wij er ook weer achteraan zijn gegaan komen ze steeds lager in de bomen en dan zitten ze op de grond. Daar zitten ze met elkaar te spelen en te frunnikken wat is dit leuk zeg. We kunnen echt heel dichtbij komen. Sonja is er ala Jane Fonda maar bij gaan zitten op de grond. En er springt er zo één vlak naast haar in de boom, echt op 1,5 meter afstand en wat zijn ze mooi zeg.
De moeder met jong zit nog steeds hoog in de boom waar het jong als een kleine Epke Zonderland kunsten uithaalt aan een tak. Maar alles binnen handbereik van moeders want hij hangt wel een stukje hoger namelijk op tien meter hoogte. Na een half uurtje laten we de Sifaka's weer met rust en gaan op zoek naar de Indri Indri.
De Indri Indri is de grootste lemurensoort die hier voornamelijk voorkomt. Er zijn in dit park zo'n 64 familie's die elk bestaan uit zon 5 of 6 exemplaren. De Indri zingen naar elkaar dit doen ze om elkaar te laten weten. Pas op dit is mijn territorium niet te dichtbij komen. In de verte horen we ze dan ook af en toe. We klauteren en klimmen wat af en met een camera met grote lens in de hand is dat niet echt gemakkelijk. Maar weer opbergen en alles op de rug dat loopt toch wat prettiger dan maar geen beeld als een beestje er snel vandoor gaat.
We komen nog langs een groep Redbellied Brown Lemur ook met jong.
De gids laat ons hier even staan en zegt dat hij op zoek gaat naar de Indri zodat wij niet alle paadjes af hoeven. Na een kwartiertje is hij terug en zegt dat hij ze gevonden heeft. We manouvreren ons nog een half uur door het struwel maar dan staan we toch zwaar bezweet oog in oog met deze mooie beestjes. De Indri Indri heeft geen staart en het uiterlijk van een slungelige magere panda. Nee daarmee doen we hem echt te kort. Een mooi zwart wit getekend beestje met prachtige blauwe ogen en een guitig kopje. Er zit er ook één met een jong van een maand. Het jong is helemaal zwart en klemt zich vast aan de buik van mama. Indri Indri zijn monagaam en man en vrouw blijven levenslang bij elkaar.
Na een tijdje beginnen ze weer te zingen en het is echt bijzonder om dat van zo dichtbij mee te maken. Het heeft een behoorlijk doordringend geluid sommige tonen zijn vergelijkbaar met de alarmsirene elke eerste maandag van de maand. Maar soms ook alsof je een ballon piepend laat leeg lopen. Met wijd opengesperde monden zitten ze te galmen hoog in de toppen van de bomen. Dit duurt wel twee minuten lang. En dan is het weer stil. Dit doen ze zo'n één keer per uur. Ze doen dit om andere dieren maar vooral ook andere Indri's te waarschuwen; pas op dit is mijn gebied. De Indri is de grootste maki soort die er nog is. Hij wordt tot maximaal 70 cm groot en heeft een piepklein staartje van maar een paar cm. Dit is raar voor een halfaap/maki.
In het Malagasi wordt de Indri de Babakoetoe genoemd, dit betekent 'Man van het bos'. Waarschijnlijk omdat ze best wel groot zijn en het 'zingende' geluid lijkt wel veel op een mensengeluid. Hij heeft hele lange gespierde achterpoten deze gebruikt hij als hij door het bos rent daarmee kan hij hele grote sprongen maken tot wel 30 km/per uur. Maar meestal zit hij rustig te eten op een tak. Zijn voedsel bestaat uit bladeren, bessen en vruchten. Sommige bladeren zijn giftig daar heeft hij wat op gevonden. Eén keer per dag klimt hij naar beneden en eet wat van de aarde. Deze aarde vermengt zich in de maag met de gifstoffen waarna het allemaal wordt uitgepoept.
Op de terugweg naar de ingang zien we nog een Malagassische girafkever, de Trachelophorus giraffa. Het grapje is; de enige giraf op Madagaskar. De aanduiding 'giraffa' slaat op de lange nek van dit kevertje. De nek van het mannetje is twee of drie keer zo lang als de nek van het vrouwtje. De nek wordt gebruikt om een nest te bouwen en om mee te vechten. Het mannetje wordt bijna 25 millimeter lang en is daarmee een van de langste sigarenmakers. Het kevertje zelf is ongeveer net zo groot als een lieveheersbeestje.
Na een geslaagde wandeling nemen we afscheid van Florent en zet Bema ons af bij een restaurant voor de lunch. We nemen lekkere nasi die prima smaakt na zo'n vermoeiend maar prachtige ochtend in het park.
We gaan nog een kijkje nemen bij Vakona Forest Lodge. Dit is een sanctuary, een opvangplek voor gewonde lemuren. Op een klein eiland hebben ze een drietal soorten. De Common Brown, de Black and White Rough en de Bamboe Lemur. Met een kano worden we naar het eiland gebracht. Al snel komt de eerste Common Brown Lemur op ons af. Ze weten natuurlijk dat de gids een banaantje voor ze mee heeft de snoeperds. Dan springt het beestje zo bij Sonja op de schouder. Oeps dit is een hoog Apenheul gehalte. Ach maar wel leuk. Kunnen we een paar mooie portretjes proberen te maken. Maar met een lemur bovenop je hoofd of zelfs je camera wordt dat je niet gemakkelijk gemaakt.
De Black and White Rough Lemur.
Op het einde komen we nog bij een ander eilandje waar een tweetal Golden Diadeem Sifaka's leven. Hier mogen we niet komen maar de gids vaart er zelf heen probeert de beestje naar de kant te lokken. Het is echt grappig hoe ze zich voortbewegen zodra ze op de grond zijn. Ze springen namelijk zijwaarts op hun achterpoten waardoor het lijkt alsof ze dansen.
Dan rijden we nog naar een ander gedeelte waar ze reptielen hebben. Er zitten grote krokodillen van een meter of drie in een grote sloot. Het zijn Nijlkrokodillen die ook hier in Madagascar in het wild voorkomen. Ook hebben ze een soort kassen met daarin boomstamgekko's die we mogen zoeken. Ook een kas met kameleons en in een andere kleine kikkertjes. We hebben het eigenlijk wel al gezien maar we lopen samen met de gids nog door het hele park waar hij trots alles laat zien. Ook de fossa het enige roofdier hier op Madagscar. Het beest eet lemuren en muizen.
Om vijf uur zijn we weer terug bij de auto en rijden we terug naar de lodge. De kamer weer ombouwen en een lekkere douche. Zo wij kunnen er weer tegen. Diner in het restaurant waar we voor de verandering weer eens aan de Zebu steak zitten dit keer meer bloemkool en worteltjes. Een fruit taart toe en wij kunnen er weer tegen. Het tweede doosje malariapillen is leeg dus dat gaat ook goed.
Na het eten de weblog weer bijgeschreven en de foto's op de laptop gezet. Hopelijk hebben we in het volgende hotel weer WiFi zodat we weer wat kunnen uploaden.
{flike}
Antsirabe naar Andasibe
25 oktober 2017
Antsirabe naar Andasibe
De wekker gaat alweer vroeg vandaag want we hebben een lange reisdag voor de boeg. De tassen zijn zo weer op orde zodat we om zeven uur aan het ontbijt zitten. Ze hebben hier een uitgebreid buffet maar echt uitzonderlijk lekker is het niet. Maar ons eigen meegebrachte Sterrenmuntthee is altijd weer lekker zo 's morgens vroeg.
Alles weer in de auto en we rijden Antsirabe uit. Eerst nog even wat water halen want dat is alweer bijna op. We stoppen en bij een piepklein winkeltje haalt Sonja een paar flessen water. Het is een hokje van anderhalve meter in het vierkant maar er staat van alles. Drie grote flessen water gekocht en haar voorraad is ook op. En nog wat zoute koekjes we kunnen weer even vooruit.
Al snel rijden we Antsirabe weer uit. Het is nog zwaar bewolkt dus dat scheelt gelukkig ook direct in de temperatuur. Sonja heeft zelfs haar sjaal om want die is inmiddels snotverkouden van de continue wind achter in de auto. De wind is normaal dan wel warm maar in combinatie met de erg droge lucht zorgde dat een aantal dagen terug al voor enorme keelpijn en nu dus lekker verkouden.
We rijden weer langs de glooiende rijstvelden waar weer genoeg mensen aan het werk zijn. We stoppen nog even bij een heel groot veld waar zo'n 15 mensen op een lange rij achter een lijntje de rijst aan het plaatsen zijn. Het lijntje wordt steeds 15 cm naar voren verplaatst waarna iedereen keurig op zijn stukje een aantal plantjes plant. Als we stoppen en uitstappen wordt er direct vrolijk naar ons gezwaaid. We maken een aantal foto's en rijden weer verder.
Om half twaalf zijn we weer in de buurt van Antananarivo waar we rechtsaf slaan naar het oosten op de RN2. Het is een bar slechte weg met heel veel gaten en ook veel vrachtverkeer. Om een uur rijden we in een dorpje waar we gaan lunchen. We vragen of Bema met ons mee-eet wat hij met een grote glimlach aanvaard. We proberen wat te praten maar helaas is zijn Engels niet echt heel best. We komen te weet dat hij drie kinderen heeft in de leeftijd van 22, 16 en 9 jaar. Zijn oudste zoon studeert toerisme en Engels. Hij gaat zijn vader achterna die inmiddels al 25 jaar met toeristen door dit mooie land mag rondrijden.
In dit gebied groeien er heel veel bananenbomen en we zien dan ook best veel stalletjes met kleine banaantjes staan. We stoppen ergens en kopen een trosje van die banaantjes. De prijs is nog even lastig het is iets met 5 volgens Bema 5.000 Ariary dat is wat veel maar ja het is voor een goed doel. Als we een biljet van 5.000 pakken kijkt de mevrouw wat moeilijk. Het blijkt dat het maar 500 is en zoveel wisselgeld heeft ze niet. Oh. Bema thousand of hundred is toch heel wat anders... 500 Ariary voor een trosje banaantjes, omgerekend 14 cent.
Na het eten is het nog anderhalf uur rijden naar Andasibe. Voor het dorp slaan we een 4x4 road in naar Eulaphilla Lodge. Het is nog vijf en halve kilometer hobbelen over deze weg maar dan komen we aan bij een mooie plek (het is half vier). Op een glooiende heuvel liggen kleine houten huisjes en wat luxere bungalows. Wij krijgen zo'n houten huisje waar we onze spullen neerzetten. We richten alles alvast een beetje in want straks gaan we op avondwandeling en dan is het alweer pikdonker. De klamboe sluit niet helemaal lekker maar gelukkig hebben we nog genoeg veiligheidsspeldjes om alles een beetje knap dicht te kunnen hangen. Er ligt ook weer een mega-dik dekbed op het bed wat we er direct afhalen. Ook het plastic zeiltje op het matras wordt verwijderd want aan bedplassen doen we al jaren net meer. Zo de eigen laken zakken er maar weer op en alles is klaar voor de nacht. Van mensen horen we dat het hier 's ochtends echt heel koud is. Nou dan kunnen we altijd nog een warme deken pakken. Er liggen er nog twee in het hokje.
Om zes uur vertrekken we naar Andasibe waar we kennismaken met Florent onze gids voor hier in Andasibe. Hij heeft een stagiare mee, een meisje wat graag gids wil worden. We lopen langs de weg op zoek naar de nachtdieren van het regenwoud van Madagascar. Met zaklampen zoeken we in de struiken. En dan ergens hoog in een boom twee oogjes naast elkaar. Ja hoor, raak de Ulli Ulli met een grote felle zaklamp van Florent kunnen we het beestje goed zien. Het ziet eruit als een koala maar is uiteraard één lemuur. Ze smeren hier niet met banaan op de bomen om de beestjes te lokken zoals in Ranamofana daardoor zitten ze ook wat verder weg allemaal.
We horen ook heel veel verschillende kikkertjes alleen laten ze zich niet vinden. Eerst denk je nog dat het vogels zijn zoveel geluid maken ze maar het blijken toch echt de kikkers te zijn. Uiteindelijk vinden we er één ergens onder een blad.
De eerste kameleon wordt al snel gespot en met de flits proberen we deze zo mooi mogelijk vast te leggen. Echt makkelijk is dat niet want er zitten altijd blaadjes of takjes in de weg.
Kameleons blijken er hier echt heel veel te zitten. We zien dan ook verschillende exemplaren. De meeste zijn zo'n 10 cm groot. Het is grappig om te zien hoe ze je in de gaten houden met hun onafhankelijk van elkaar bewegende grote ronde ogen.
Dan vinden we nog een hele grote groene kameleon, de Parsons kameleon. Deze heeft een lijf van wel 25 cm lang en dan komt de staart er nog bij. Dit is de grootste soort kameleon die er bestaat. Het mannetje heeft een tweetal hoorntjes op z'n kop.
Als we verder lopen wijst de gids ons op een bijzondere gekko. Het beestje zit plat tegen de boomstam in kleuren van de boomstam. Eigenlijk is het zelf ook een soort van boomschors met losse stukjes op zijn huid. Zijn ogen zie je dan ook niet echt totdat hij ze opendoet en je twee glimmende bolletjes ziet. Het is de Uroplatus sikorae een hagedis uit de familie van de Gekkoidae familie van de bladstaartgekko's (Uroplatus). Er is geen Nederlandse naam voor dit bijzondere beestje. In het Engels wordt het de mosbladstaartgekko genoemd.
Om half negen zijn we weer terug bij de auto. Hupsakee terug naar het hotel waar ons diner al op ons wacht. Nou ja, niet echt dan maar het is wel snel klaar. We hebben lekkere visfilet met kleine aardappeltjes en boontjes. Een chocolademousse toe heerlijk.
We nemen nog een douche en liggen dan heerlijk in ons koele huisje.
{flike}